werkloos rond, eenvoudig omdat ik daar zin in had. Als het geld op was, vond ik altijd wel een goud- en zilversmid, die een vakman kon gebruiken voor het betere werk, want al vind ik koper het edelste metaal, de mensen willen liever sieraden in zilver of goud.
Ik ging mij toeleggen op graveren. Precieus peuterwerk doe ik graag. Tom was een geboren boekhoudertje. Hij beredderde mijn geldzaken. Tom wist me er ook toe te bewegen regelmatiger te gaan werken. Mijn leven werd daardoor minder onrustig. Er was éen donker plekje. Tom was belachelijk jaloers. Hij had strikte opvattingen van trouw, die ik nooit bij iemand anders heb ontmoet.
Onze verhouding was niet zonder sex. Ik hield dit niet voor de van Nunens verborgen. Waarom zou ik? Mientje zei er van:
'Óf zulke dingen liggen in de goot, of alles is heel zuiver. Alles wat met eerlijke liefde te maken heeft, kan niet oneerlijk zijn. Dacht je dat er tussen een man en een vrouw geen goot-huwelijken bestaan?'
'Toch zijn we de meest gediskrimineerde groep van de hele wereld. Alleen hier en daar vinden we een oase, waar we ons zelf kunnen zijn'.
In die tijd werden Tom en ik vaste bezoekers van sommige clubs in Amsterdam. De bijeenkomsten van het G.O.C. bijvoorbeeld vond ik verfrissend. Je zat gewoon bij elkaar. Niets bijzonders eigenlijk. Maar je kwam er, in geestelijke zin, op adem. Mijn hele leven was ik een uitgestotene geweest; nu begon ik te vermoeden hoe heerlijk het is te weten, dat je ergens bij hoort en dat je aanvaard wordt, gewoon aanvaard. Ik denk wel eens: de oplossing van het C.O.C. is zo simpel, en voor mensen zoals ik, zo zegenrijk. (Ik bedoel dit laatste woord niet in de betekenis, die traktaatjes er gewoonlijk aan geven). Toch heeft het eeuwen moeten duren, voordat zoiets eenvoudigs in een wat bredere kring kon worden geaccep-
134