vierde klas... och lieve mensen, de tram werd omgelegd, iedereen in de buurt trakteerde iedereen, er was een feestelijke optocht met inspecteur Kater van het politiebureau Meyerplein voorop in een open landauer, er waren toespraken door heren met hoge hoeden. Er werden in Casino luisterrijke feesten gevierd, waar de mensen met lege tassen heengingen; die tassen vulden ze dan in de zaal met lekkers en etenswaren, en 's avonds kwamen de kinderen aan de deur van het gebouw met precies zulke tassen, maar dan lege, ze moesten zo hoognodig hun vader of moeder spreken, en dan werden de lege meteen geruild voor de volle tassen... heel normaal, want waarom zouden de kleintjes ook niet mee-nassjen in de algemene feestvreugde? Na elke wedstrijd van a. e. d. zwierven de spelers op maandag tussen de stallen van het Waterlooplein. De leden van de Elftalcommissie stonden er met hun koopwaar. Omdat de grootste bemazzel van een koopman nu eenmaal niet altijd klanten aan zijn stal heeft, hield op maandagmorgen de Elftalcommissie officieus tussen de kramen al vóórvergadering. De spelers, die zich in de buurt ophielden, wisten daardoor meestal reeds bijna een week van te voren of ze de volgende zondag weer zouden mogen meespelen. Maar de muziekvereniging, die ontbrak bij geen enkele wedstrijd, och ja, die muziekvereniging. Mijn neef Saampie was er lid van, meewerkend lid, zoals dat heet. Hem viel eerst de trompet ten deel, het was een mooi geel-glanzend instrument en het kostte zijn ouders een smak duiten; ik weet dat, omdat het wonder van Saampie en zijn toeter in onze kring druk werd besproken. Soms echter kan de grootste eer in een naar kwaad ver
56