wat komen zal, te scheiden, en ik mijn gedachten in de rij had gezet, verbaasde ik me opnieuw over de grilligheden der menselijke aandacht.
Wollefie verschimde naar de achtergrond, maar nu zag ik dwars door de toekomstige raadzaal heen de oude Water-loopleinschool. Het was een antiek nummerschooltje. In zijn jonge jaren genoot het nog de reputatie van een hypermoderne inrichting van onderwijs, maar desondanks hebben dozijnen generaties jiddisje kindertjes de gelukkigste jaren van hun leven én hun broekkies op de harde banken versleten.
De school van meester Willem Ploeger. Niet, dat hij hoofd is. Stel je voor! Hij voert een openlijke oorlog tegen schoolhoofden, als systeem en trouwens ook persoonlijk. Meester Willem Ploeger komt elke ochtend, oorspronkelijk en stoutmoedig als de nieuwe tijd zelf, op zijn fiets naar de school gesneld. Zijn lange bruine lokken wapperen in de stijve bries, zijn baardje steekt vooruit, een tedere stormram, en de laval-lière der revolutie is libertijns geknoopt boven het soepele overhemd, waarvan het bovenste knoopje altijd open staat. (Er bestaan foto's van de jonge meester Ploeger, ze vertonen een merkwaardige gelijkenis met de afbeeldingen, die bewaard zijn gebleven van beroemde Russische wereldverbeteraars uit de school van Tolstoi.) Meester Ploeger, met zijn bruine manen, zijn fladderdas en fluwelen pijtje, is de afgod van de buurt. Zoals elk werkelijk gelukkig mens kan hij niet slapen, voordat hij eerst zoveel mogelijk andere mensen gelukkig heeft gemaakt. Daarom brengt hij in zijn eentje het Vakantie Kinderfeest ter wereld. Het hele jaar door bedelen de schnorrers van meester Ploeger centjes en dan,
15