Karakteristieke voor die ene week in het jaar. Dat heeft natuurlijk niets te maken met de verschillende kleuren emaille. Wie bij het koken alles moet vermijden, wat naar gerezen meel neigt, komt echter tot ongewone combinaties. Gewoon snoepgoed gaat nog. Dat heeft meestal een ongecompliceerde samenstelling. Kaneelstokken, kaneelpitten, kokos-makroontjes, paasballetjes van doorzichtige witte suiker, haver-stroopballetjes, amandelen, rozijntjes, noten... dat is het traditionele snoepgoed. (Als ik nu een haverstroopballetje snoep, zie ik altijd wit emaille!) Veel ingewikkelder zijn de paasmaaltijden. Meervoud. Want het paasfeest duurt een hele week. Het middelpunt van een eerlijke paasmaaltij d ligt nooit in het midden, maar altijd aan het eind. Het is een bijna heilig gerecht: Gremselich.
De vorm van het woord doet vermoeden, dat het via Oost-Europa naar de lauwe Westerstranden is geëmigreerd. De uitspraak? De g wordt uitgesproken als een zachte k en de laatste lettergreep als liezj. Gremselich kon men elke dag van het jaar eten, maar alleen in de paastijd smaakte het zoals het behoort. Het recept is oeroud. Gremselich is door Eva uitgevonden om Adam te laten vergeten, dat hij door haar schuld uit het paradijs is gejaagd.
Hoe kwam zo'n schotel met gremselich tot stand? Hoe commandeerde
Saartje Vos haar vazallen?
Luister. Zet uw verbeeldingskracht aan het werk.
U stapt uit het heden, een jaar of veertig terug in de tijd.
Klaar?
Op de kalender staat 1920.
U bent nerveus in een klein keukentje. Nerveus ja, want in de huiskamer zitten de gezegende kinderen gespannen te luisteren naar elk gerucht. Vandaag wordt gremselich gebakken.
23