spijze, en ook nog een stel voor de spijzen, die melk noch vlees zijn. Melk is melk en vlees is vlees en nooit zullen die twee elkander ontmoeten, nooit! Dat zijn dus twee halve stellen vaatwerk, en nog iets er tussen in, want twee is niet genoeg en drie is niet te veel. Ze bezitten (goed bewaard op zolder) nog een ander stel vaatwerk, ook alweer verdeeld in de ene helft milchding en de andere flaasjding, en pannen voor de neutrale spijzen Dat gesjir wordt echter alleenlijk in de paastijd gebruikt. Het lijkt voor de buitenstaander een tikje moeilijk, maar als je de historie kent, is het dóódsimpel. Toen de Joden destijds de vrijheid verkozen boven de slavernij van Farao, was er geen tijd het brood te laten rijzen. Ze aten in de haast en de ellende ongedesemd brood. Ter herinnering aan de Uittocht, ter ere van God, die als een vurige zuil voor hen uitging, en die de honden deed zivijgen, zodat de knechten van Farao niet werden gewekt, ter meerdere glorie van de Algoede, die de wateren deed splijten en de vijanden van Israël smadelijk deed verdrinken... daarom moest tegen de paastijd elk Joods huis geheel worden gezuiverd van het laatste kruimeltje materie, dat ooit met gezuurde stof in aanraking zou kunnen zijn geweest. Want alleen in een ongezuurde atmosfeer kon de vrome de vreugde ervaren van zijn verre voorvaderen, die werden uitgeleid uit het huis der dienstbaarheid.
Kasten, bussen, busjes, potjes, pannetjes... alles moest worden gereinigd van het gezuurde. De dag voor het glorieuze feest van Pasen aanbrak, stonden de jongetjes bij de vuurtjes op de pleintjes in de buurt. De politie van het bureau Meyerplein kende ook Exodus XII, althans deze smeulende consequentie ervan. Vandaag veroorloofde Tenach elke jongen een fikkie te stoken en er luidkeels bij te staan roepen:
'Gomeits te battele... gomeits te battele... wie heeft er noggomeits.'
21