putten en riolen werden doorgeblazen 'de Mennistenbruiloft' noemden. 'Hij moet onder de klok' (hij lijdt aan een venerische ziekte) herinnert aan de grote klok boven de ingang van het Binnengasthuis, afdeling Huidziekten. Zeer oud-Amsterdams is de uitdrukking 'hij is een van de negentien' (hij is homofiel). Deze uitdrukking herinnert (vertelde Ome Jan me) aan een zedenschandaal in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, toen op het Kuiperspad (nu Kuiperstraat bij de Amsteldijk) in een eenzaam huis 19 mannen, verdacht van misdrijf tegen de zeden, werden gearresteerd. Merkwaardig dat op deze wijze een code-naam voor een onschuldig gezelschapsspelletje zijn ontstaan moet hebben gevonden.
En nu de 'officiële' code-namen met, zeer beknopt, de verklaring :
1 = de piesjer (de pisser, de baby, de jongste, de kleinste)
2 = het zwaantje (duidt op de vorm van het cijfer)
3 = do-die-do-die-do-die
4 = 't heerttiesjie of 't haardtafeltje (oorsprong mij niet
bekend)
5 = dikkop of de bochel (duidt op de vorm van het cijfer)
6 = de fles (duidt op de vorm van het cijfer)
7 = de jiddisje hakbijl (duidt op de vorm van het cijfer met
ironische verwijzing naar 'de botte kant van de bijl' als gevolg van het neergaande streepje). Dit kiendopje wordt ook wel genoemd: de sjabbeslamp (Sjabbes, de Sabbath, is de zevende dag)
8 = de krakeling (duidt op de vorm van het cijfer)
9 = neugen (verbastering van 'negen' met een zwakke ero
tische zinspeling) 10 = 't minjcmannetje (d.i. de tiende man)
211