En nog een opmerking vooraf. Sommige roepnamen zijn slechts te begrijpen wanneer men in herinnering houdt dat het Hebreeuws geen afzonderlijke tekens voor cijfers kent. Medeklinkers hebben behalve een 'woordwaarde' een getallenwaarde. Klinkers worden niet gebruikt. De letters d en 1 hebben bijvoorbeeld de getallenwaarde 34. Maar de 'woord'-waarde betekent: arm (dit is terug te vinden in de uitdrukking dalles). 'Logisch' dus dat kiendopje 34 de roepnaam verkreeg: de arme man, of: de schnorrer (bedelaar). Simple comme bonjour; kinderen van zes jaar begrepen zoiets zonder moeite. En dan, werkelijk, de laatste opmerking vooraf: sommige code-namen ontstonden door vrije associatie, versterkt door klanknabootsing. Sommige kiendopjes hadden ook meer dan één code-naam. Bijvoorbeeld 19. Negentien = Nee Katrien (klanknabootsend) of 'Goet jomtof'(letterlijk: plezierige feestdag, afgeleid van het Hebreeuwse woord jom, dat de getallenwaarde van 19 bezit) of... Kuiperstraat. Ik heb lange jaren in het volslagen duister verkeerd ten aanzien van de oorsprong van deze merkwaardige roepnaam voor 19. Kuiperstraat? Totdat 'Ome'Jan van Zutphen me eens de vermoedelijke oorsprong onthulde. Wij hadden een gesprek over de oorsprong van sommige typisch Amsterdamse uitdrukkingen als 'Iets achter de schuine deur zetten' (iets naar de bank van lening brengen), omdat in de lommerd de deur altijd op een kier staat. 'Hij is rijp voor paviljoen drie'; paviljoen drie was (of is nog?) de afdeling zenuwzieken van het Wilhelminagasthuis. 'Hij is over de puthaak getrouwd' (hij leeft in een vrij huwelijk); puthaak niet slechts als extreme tegenstelling tot Burgerlijke Stand en kerk, maar waarschijnlijk ook omdat om onbekende redenen de Amsterdammers de stoomwagen, waarmee de
210