'Onze generatie is een tragische generatie. "Wij zijn de hekke-sluiters. We hebben werelden zien geboren worden, onze beste jaren hebben we besteed om die werelden mooi en bloeiend te maken, en nu moeten we in de tweede helft van ons leven die zelfde werelden zien vergaan. De hekken gaan dicht. Ik heb gisteravond de droeve eer genoten het hekje van de Culturele Commissie te mogen sluiten'. Het doek viel. Het liedje was uit...
Maar het lied was niet uit. Het lied van de hoop heeft geen begin en geen einde. Hatikwah.
Ik reisde mee met een delegatie naar Israël. We gingen het land bezichtigen en omdat je nu eenmaal niet met lege handen op visite kunt komen, namen we een burgermansvermogen mee om dat cadeau te doen. Vele tienduizenden centjes, bijeengebracht door de Nederlandse arbeidersvereniging, om in het vormingsinstituut Beit Berl, even ten noorden van Tel Aviv, een gebouw te stichten. Wat voor een huis? Een soort universiteit voor de kennis van plant- en dierkunde, waar tevens ruimte zou zijn voor verzamelingen en scheikundige en natuurkundige laboratoria. De eerste vleugel van dat huis draagt de gezegende naam van: Henri Polak!
Voor zo'n huis zouden ze in Israël graag die sloot vol geld willen besteden. Natuurkunde, plantkunde, scheikunde, dat was hun kopzorg, in dezelfde maand, dat de toeter in Caïro blèrde: ik ga Israël van de kaart vegen, ik ga Ben Goerion voorgoed verslaan, hou me vast, laat me los.
In Nederland kregen de mensen de bibberkoorts als ze aan het gevaarlijke leven bij Gaza dachten, maar het vliegveld van Lidda was in die zoele voorjaarsnacht een rustoord voor herstellende zieken, kalm, vredig, behaaglijk. Terwijl in een ver
195