zaken doen, noem maar op. Trouwen, gelukkig zijn, voorzover mensen dat in eigen hand hebben. Voor hen bestond niet de dreiging van de Oosteuropese pogrom, maar zij wilden niet aan de lauwe Westerstranden blijven plakken. Zij moesten zo erg naar Eretz, naar het Oude Land.
Gretha gevoelde voor het Zionisme diepe sympathie, maar haar ontbrak de roekeloosheid van de echte pionier. Voor elke oplossing had zij een moeilijkheid. Zei ze: 'Ja, als de hele misjpoge naar Eretz ging, dan ging ik ook méé.' Haar volle toewijding kreeg de Joodse Invalide. Haar huwelijk, op betrekkelijk jonge leeftijd, was in vele opzichten de vervulling van haar diepste wensen. Ze kreeg de man, waarmee ze zeer gelukkig werd; haar dochtertje Rootje aanbad ze, en doordat haar zwager een niet onbelangrijke functie bij de Joodse Invalide vervulde, kon ze zich zelfs aan de Jee-Ie geparenteerd gevoelen. Zei ze:
'Ik ben geen lid van het Huis van Oranje, maar wél van het Huis van de J.I.'
Toen de kinderen getrouwd waren, bleef het ouderlijk gezin desondanks bij elkaar... zoiets gebeurde dikwijls in de buurt tussen Waag en Weesperplein. Elke vrijdagavond kwamen ze -en later ook de kleinkinderen - bij de oudjes thuis eten. Sloofde moeder zich uit. Elke vrijdagavond bracht ze iets anders op tafel. De hele week lag ze wakker van de zorg; wat moest het deze keer worden? Zei ze:
'Een gezin valt gauw genoeg uit elkaar. Laat ik dan maar proberen het te lijmen met een beetje gezelligheid.'
186