Retisj komt van Rettich, het Duitse woord voor: rammenas. Mooie rammenas.
In de oude buurt leefden twee werelden, even ver van elkaar als de aarde en de maan.
In mijn herinnering zweeft een voorval, waarvan ik écht niet weet of het tijdens mijn leven is geschied, dan wel of het vóór mijn geboorte is gebeurd. Ik herinner het mij als een zeer persoonlijke ervaring, omdat er jarenlang bij ons thuis over is gepraat. De tsaar aller Russen zat weer eens in de merode, deze goedvinder van pogroms. Hij had een lokkende staatslening doen uitschrijven. Op een of andere wijze was bekend geworden, dat sommige rijke Joden op die bloedlening hadden ingetekend. Er staat wel geschreven, dat men zijn gevangen broeder moet loskopen, maar wij Joden zeggen: geld is een mam-zerbenenide, geld is een boosaardige bastaard. De verontwaardiging was groot. Een jonge vurige Jood, Asscher Benjamin Kleerekoper, had op een vergadering uitgeroepen: 'Er zijn Joden en smouzen..
De Sarphatistraat stortte in, en al het puin van Jericho kwam op het hoofd van Asscher Benjamin terecht. Maar in de gezinnen der arme Joden was zijn naam beter dan goede olie. Ik ben, vele jaren later, met Asscher Benjamin zeer bevriend geraakt. Hij herinnerde zich die geruchtmakende redevoering zeer goed... wat herinnerde hij zich eigenlijk niet? Vertelde hij mij:
'Toen heeft Opperrabbijn Dünner mijn partij getrokken. Ofschoon hij nooit erg op de socialisten gesteld is geweest. Hij zei: 'Die zoon van rebbe Sjaje Kleerekoper, dat is een jongen naar mijnhart.' De kehilla heeft het hem zeer kwalijk genomen. Ze begrepen hem niet. Wat weten zwijnen van een edelhert?'
78