Maar ik kan me met geen mogelijkheid herinneren of de staking met een overwinning, een nederlaag of een sisser is afgelopen. Toch kan ik elke seconde van dit spannende gevecht in mijn geheugen terugvinden. Als de wetenschap nog eens zover komt, kunnen ze door mijn ogen heen op mijn hersens een film opnemen van de staking bij Hertzberger meer dan veertig jaar geleden. Maar hoe is de staking dan afgelopen ? Ik weet het écht niet. Ik heb ook nooit de behoefte gevoeld in de archieven te gaan snuffelen; juist om die reden neig ik tot de veronderstelling, dat de afloop wel een sof zal zijn geweest. Het was de eerste keer, dat het socialisme mij een diepe persoonlijke teleurstelling bereidde. Ik zou te opvallend liegen als ik nu zei, dat het de laatste keer was.
Maar toen ik dezer dagen door de vrijwel geheel geruïneerde Rapenburgerstraat langs mijn oude school liep, herinnerde ik mij opeens een stukje van de uitkomst der staking. Het slot, dat op school tien speelde...
We zitten in de klas. Meester Horstmeyer treuzelt. Hij wacht op bovenmeester Mol, dat weten we zeker. Voordat de school aan ging, hebben jongens weten te vertellen, dat iemand van het politiebureau op school is wezen praten. Een rechercheur. Bovendien, toen we in een daverende optocht achter de stakers voorbijtrokken, heeft de hoofdonderwijzer ons gezien. We denken plotseling allemaal aan Jopie Roe. Die is voor een heel wat minder ernstig vergrijp van school getrapt. Meester Mol verschijnt groot en dreigend. 'Ik heb gezien... eh... ik heb gehoord, dat jullie als wilde beesten tekeer bent gegaan bij die... eh... relletjes in de Foeliestraat. Vertel eens, wie van jullie was weer haantje de voorste?' Onze klas herbergt geen klikspanen. Wie zou zijn klasse kunnen verraden, nu het lijfelijk evenbeeld van Pieter Jelles Troel
147