smeerlapperij van het leven dan altijd: ze probeerden me aan het drinken te krijgen, anders ben je geen man, zeiden ze, maar er was iets in me, dat zei: nee, dat vertrap ik. En voor de rest groeide je tegen de verdrukking in. Zeven jaar heb ik het nog in dat gat uitgehouden, toen ben ik weggelopen. Ik ging zwerven, net zo als de ouwe had gedaan, maar toen ik na twee weken in de buurt van Leeuwarden belandde en bij een gasfitter werk kreeg, had ik van het trekken ruimschoots mijn bekomst.'
'Die gasfitter in Leeuwarden was een rare sijs. Stel je voor: een gasfitter met een baard en met krulharen tot op zijn schouders. Hij was wat we tegenwoordig een ethische intellectueel zouden noemen; hij had in zijn hele leven niet veel meer gelezen dan de Bijbel en een paar tractaatjes. Hij was een man, die veel nadacht en die op zijn manier probeerde een persoonlijke kijk te krijgen op de dingen, die iedereen kon waarnemen. Als die ouwe Haanstra (zo heette hij) in een andere omgeving was geboren en als hij een behoorlijke school had kunnen volgen, zou hij vast en zeker een geleerde zijn geworden. Je leest wel eens van arbeiders-filosofen, die in het midden van de vorige eeuw vooral in Duitsland schijnen te hebben rondgespookt, nou ik stel me voor, dat mijn nieuwe baas van dat hondje gebeten was. Je had in die dagen natuurlijk socialisten en toen ik in Leeuwarden werk kreeg, sprak de hele stad al jaren over de jonge Pieter Jelles Troelstra, die naar de rooien was overgelopen en zijn vader nog in het graf zou brengen van verdriet, maar de ouwe Haanstra was in zijn dooie eentje een richting op zich zelf. Hij leraarde de tevreden ontevredenheid; dat klinkt gek, maar een betere uitdrukking ervoor heb ik nooit kunnen vinden. Hij verafschuwde de toestanden, maar hij zei, dat de oplossing voor alle kwalen te vinden was, wanneer de mensen maar terug willen gaan naar het communisme van de eerste Christengemeenten. Je moest hen echter niet dwingen. Het nieuwe Jerusalem zou vanzelf komen, als een diefin de nacht. Ik hoor het hem nog zeggen: 'Het Christendom, Atje, is van oorsprong een bedelaarsgodsdienst... een godsdienst van arme mensen en bestemd voor arme
104