Victoriano protesteerde heftig. Hij had zijn mooie hoedje niet uit Madrid meegesjouwd om het nu op een duistere plank onder de toonbank een vroegtijdig einde te laten vinden. De juffrouw van de vestiaire begreep hem niet.
'Bent u thuis ook zo lastig, of bewaart u uw lastigheid voor vrienden?'
Victoriano kon de woorden niet vatten, maar de toon zei genoeg. Hij bleek een man van snelle beslissingen en directe actie. Voor ik het goed en wel in de gaten had, zwaaide hij zijn ene been over de toonbank, toen het andere; hij duwde de juffrouw opzij en graaide het pakje weer te voorschijn.
Er ontstond tumult. Het kostte me nogal moeite de juffrouw en Victoriano duidelijk te maken, dat ik de oplossing van hun geschil bij de hand had. Het was een compromis. Toen ze me mijn gang lieten gaan, haalde ik het hoedje uit het pak te voorschijn. De juffrouw hing het netjes aan een van de haken en Victoriano kreeg zijn houten kwitantie. Het nummer van 'El Socialista' vouwde hij op. Dat stak hij in zijn zak, voor later.
Het orgel imponeerde hem, vooral de hoogte van de grote pijpen. Daarna moest ik hem vertellen, wat de namen boven de zaalpilaren en op de rand van het balcon betekenden.
'Dat zijn namen van beroemde componisten... Beethoven, Wagner, Lulli...'
'Aha... zijn er ook socialisten bij ?'
Ik uitte aarzelend de veronderstelling, dat de klassieke muziek van ouder datum is dan het Communistisch Manifest en ik voegde er aan toe, dat ik om die reden zijn vraag dus ontkennend moest beantwoorden. Maar met deze repliek nam hij geen genoegen. Het stelde hem blijkbaar diep teleur, dat hij geen van de beroemde namen 'kameraad' kon noemen. In Spanje hadden ze wel socialistische componisten. Hij begon een stel langademige Spaanse namen op te dreunen. Het klonk als een litanie.
'Wanneer hebben die geleefd ?' vroeg ik vol belangstelling.
׳Ze leven nog, allemaal. Het zijn componisten,' legde hij mij uit.
86