venal ten aanzien van het Joodse volk. De Jood uit de vorige eeuw, die niet meer harmonisch binnen zijn eigen vier ellen leeft, denkt en meent, oordeelt en veroordeelt, zoals de Marranen het reeds deden. De Lieme was inderdaad een kind van dit geslacht, dat hem gedurig bracht in het grensgebied van werelden, die niet met elkander waren te verenigen, en waarvan de onderscheidene wezenskenmerken hun stempel bleven drukken op een man, wiens tent bleef staan aan de oevers van de Jabbok, die ontelbare malen het veer overtrok, altijd worstelde met de engel en altijd alleen bleef. Dit alleen-zijn, dat in de kern een facet is van de romantiek, is De Lieme's meest karakteristieke element geweest. Het alleen-zijn, dat, wanneer hij de ogen sloot, hem, de autonome burger uit de liberale negentiende eeuw, de ont-grenzing opende naar het verleden. Niet het verleden om zich erin te verhezen, maar de creatieve historische her-confrontatie, die hem de weg kon wijzen naar de oerbronnen van levende cultuur. Het alleenzijn, dat hem, wanneer hij de ogen sloot, de weg kon banen naar het utopistische toekomstrijk, dat hij op voetsporen der profeten niet alleen vond in het nationaal-Joodse maar ook in het maatschappelijke. Het maatschappelijke, waarin De Lieme het perspectief vond voor de vrijheid van het individu, beter geformuleerd, de vrijheid van de mens, het enige object, dat hem feitehjk intrigeerde. Het was ook deze ongebreideldheid van zijn romantische levensvisie, die,hem, het product van de nuchtere era, in flagrante strijd bracht met wat wij hebben leren noemen: de burger. Zo in één opzicht, dan was hij romanticus in zijn oppositie tegen de bourgeois. Over de hoofden der liberalen greep hij terug naar de vroege negentiende eeuw, die hem (kenner bij uitstek der Nederlandse en niet-Nederlandse romantiek) een visie verschafte op de Goetterdaemmerung aan het einde der vorige eeuw. Onburgerlijk was hij in zijn levensstijl, die, aristocratisch naar innerlijke maatstaven, speelsheid en uiterlijke bohémien-ele-menten niet uitsloot. Het fin-de-siècle had ook hem, de levensgenieter naar aanleg, niet onaangetast gelaten. Het gaf hem tevens de mogelijkheid tot afstand nemen van ernst, tot zin voor spot. Hoevele verhalen zijn daarover niet in omloop: histoire intime van zeer bij
54■