toren 'de buurt' terug te vinden. Vergeefs natuurlijk. Meyer Sluyser had het al voorzien. In 1964 scheef hij in Amsterdam je hebt een zoute smaak 'Wanneer een nieuw stadhuis eenmaal breeduit zal liggen pronken van de Zwanenburgwal tot aan de Blauwbrug worden de restanten van de buurt spoedig uitverkocht.' Het stadhuis kwam er later dan de auteur had gedacht, maar de restanten van zijn jeugd waren toen al lang en breed opgeruimd. Zelfs van boven af is de buurt van Meyer Sluyser nu niet meer waar te nemen. Weliswaar dragen de hoofdstraten nog dezelfde namen als weleer, maar Stopera en het inmiddels al weer gesloopte Maupoleum, beton, kaalslag en snelverkeer hebben het patroon veranderd en onttrekken het verleden aan het gezicht.
IJZEREN GEHEUGEN
Meyer Sluyser werd geboren in de Markensteeg, die al jaren niet meer op de kaart van Amsterdam voorkomt. Het straatje lag in het verlengde van de Valkenburgerstraat, in de volksmond Marken geheten. Toen hij vier was, verhuisde het gezin naar de Rapenburgerstraat, nu een annex van de verkeersader naar de IJtunnel.
'Slopen gaat sneller dan bouwen,' verzuchtte Sluyser in 1959 in Hun lach klinkt van zo ver. 'De Rapenburgerstraat is een van de vele straten die eraan gaan, onherroepelijk.' Inderdaad werd zijn ouderlijk huis in de jaren zestig tegen de vlakte gegooid, waarmee hij beroofd werd van een van de schaarse aandenkens aan zijn familie en kinderjaren. 'In mijn familie zijn tweeënzeventig vacatures door Hitier,' liet hij zich eens ontvallen. In zijn buurt waren er vele duizenden. Voor de
— 121 —