II ET AMSTERDAM VAN
MEYER SLUYSER
(1901-1973)
De jodenbuurt voor Het Grote Verdriet
— Elsbeth Etty -
Het literaire beeld van de vooroorlogse Amsterdamse jodenbuurt is door niemand sterker bepaald dan door de journalist Meyer Sluyser. Een wat al te nostalgisch beeld, volgens sommige historici, maar dat is geen schande voor een schrijver in wiens familie door toedoen van Hider 'tweeënzeventig vacatures' waren ontstaan.
'Wie op de trans van de Zuidertoren in de Zandstraat staat,' schreef Meyer Sluyser in 1957, aanschouwt de buurt zoals zij is geweest vierhonderd jaar lang. Van boven af gezien vallen de architectonische verschillen tussen de huizen weg. De steegjes en slopjes zijn niet zichtbaar. Als een grote ster liggen de hoofdstraten gespreid rondom het Meijerplein. Van noord naar zuid de Breestraat; de Weesper-straat is, van de Houtmarkt af, er een voortzetting van. Van west naar oost de Sjoelstraat (de Amstelstraat), die bij de Portugese synagoge even wordt onderbroken en dan als Rapenburgerstraat verder gaat. In 1600, in 1939 en in 1957 heeft de buurt, gezien van de Zuidertoren hetzelfde gezicht.' 'De buurt' was voor de in 1901 geboren journalist, socialistisch propagandist en schrijver de Amsterdamse jodenhoek of, om preciezer te zijn, het gebied tussen Waag en Wees-perplein. Hij werd er geboren, groeide er op, ging er naar school en moest vervolgens meemaken dat al zijn familieleden, vrienden, buren en kennissen niet terugkeerden uit de vernietigingskampen. 'De buurt', waarvan de sloop al voor de oorlog was ingezet, werd letterlijk ontzield en nu - bijna een halve eeuw na wat Meyer Sluyser consequent aanduidde als 'Het Grote Verdriet' - is er vrijwel niets meer van over. Op een zonnige winterochtend heb ik Sluysers advies opgevolgd en geprobeerd om vanaf de trans van de Zuider