hoeden bij De Vries en boeken bij Joachimsthal, waar de mensen uit de hele buurt een dubbeltje per week spaarden. In bijna alle boeken van Sluyser wordt de taartjeswinkel van Snatager met de speciale afdeling 'bolussen', met ere genoemd.
En dan had je op nummer 25 de Tip Top, het theater van ome Jopie Kronenberg. Hét uitgaanscentrum van de Brategas, de kesause mangelen6 bioscoop waar in de voorprogramma's alle bekende joodse artiesten optraden en waarvan de vloer na elke voorstelling bezaaid lag met lege pindadoppen. Na de oorlog kwam er een man die Auschwitz had overleefd naar Mokum terug. Voor de ruïne van het Tip Top Theater, dat in de hongerwinter werd gesloopt, bleef hij staan. Hij huilde zonder tranen. Toen nam hij eerbiedig een stuk steen van de puinhoop. Die man was Bob Scholte, een populaire radiozanger die zijn carrière in de Tip Top was begonnen. De steen heeft, aldus Meyer Sluyser, altijd een ereplaats in Scholtes huiskamer gehad.
DE SLAG BI) WATERLOO
Nog altijd ligt achter de Brategas het Waterlooplein, althans wat er van over is. In de tijd van Meyer Sluyser waren er eigenlijk drie Waterloopleinen. Het eerste strekte zich uit van de Zwanenburgwal voorbij de Houtkopersdwarsstraat bijgenaamd de Vissteeg (vereeuwigd in Amsterdam je hebt een zoute smaak) tot vlak bij de Mozes en Aaronkerk. Dit was het ordelijkste deel van Het Plein waar de openlucht-confectionairs stonden en de tweedehands-schoenenverkopers. De grootste verlokking ging echter uit van het tweede Waterlooplein, van de Mozes en Aaronkerk tot aan de Blauwbrug, waar de boekenstallen stonden. Het derde gedeelte lag vlak voor de kerk en was het terrein van de standwerkers en de snoepverkopers. In zijn kindertijd speelde het Waterlooplein een voorname rol in Sluysers leven, omdat hier de speeltuin voor de kinderen van de Zwanenburgwal, Uilenburg, Rapenburg, Vlooienburg en Marken lag. Voor de opgroeiende jeugd die, zoals Meyer Sluyser, lid was van de socialistische jeugdorganisatie was er trouwens ook een soort speeltuin. 'Er is een lege plek in de vale huizenrij van het Waterlooplein. Als ik daar langs loop, grijpt het heimwee me in de lurven,' schreef Sluyser in Er groeit gras in de Weesperstraat. Hij doelde op Maison Waterloo, gelegenheid voor vergaderingen, bruiloften en partijen. Het pand werd ook wel De Hereeniging genoemd, of De Slag bij Waterloo, wegens de heftige politieke twisten die er avond aan avond werden uitgevochten. Henk Sneevliet kwam er spreken, Jan van den Tempel, Hen-riëtte Roland Holst, Henri Polak en Willem Drees, maar bovenal 'onze afgod' Sam de Wolff. Meyer Sluyser is zijn hele leven hartstochtelijk propagandist van de SDAP en de PvdA geweest en nadat de naaister Alida de Jong daarvoor de basis had gelegd, was het de zionistische marxist Sam de Wolff die hem hiertoe opleidde. In zijn herinneringen aan het Waterlooplein heeft Sluyser een schitterend monument opgericht voor deze 'socialistische opperrabbijn': 'Sam heeft, vrijwel in zijn eentje, ervoor gezorgd dat de Joodse arbeiders van Groot Mokum niet onbereikbaar ver van het Jodendom werden vervreemd.'
DE KIPPESOEPVERSJTEERDER
Ook Sluyser raakte niet los van zijn joodse wortels. Nooit kon hij vergeten hoe vrijdags