'Dus u...', stamelde Dirk, 'moest opletten, dat zich geen... dat zich
geen... dat zich geen onvaderlandslievende elementen in de omroep
konden nestelen, hahahahahaha.' Ondanks de ernst van de situatie
moest Dirk plotseling luidkeels lachen.
' Wat valt hier over te lachen?' vroeg de Kreeft.
'Nou', zei Dirk, 'u mag het gerust weten hoor, Lien en ik hebben
juist u niet vertrouwd... Lien is... eli... Lien is een meisje, dat bij
mij op school was. Ze zat een klas hoger. Ze werkt op het archief,
ziet u, en we dachten, dat u een spion was. Maar dat was uw eigen
schuld.'
'Mijn eigen schuld?' vroeg de Kreeft verbaasd. 'Jawel', zei Dirk. Hij vertelde dat Lien en hij op de avond van de verduisteringsoefening gezien hadden hoe de Kreeft twee mannen had beloerd, die elkander een enveloppe overgaven. 'Dat herinner ik me best', zei de Kreeft, 'die twee mannen zijn ook later ingerekend. Die hadden allerlei gegevens over de luchtoefening verzameld. Ik had er de lucht van gekregen eti was hen gevolgd. Maar... eh... ik had jou en dat meisje best in de gaten hoor. Toen ik die mannen volgde, hoorde ik gerucht achter me. Ik zag jou en die Lien. Toen heb ik me verstopt en zag jullie voorbijgaan. Ik heb over dat vreemde gedrag van jou met Gijs gesproken...' 'Met Gijs', vroeg Dirk.
'Natuurlijk, die stond toch voor jou borg, toen je werd aangenomen. 'Het is wel vervelend', zei Dirk, 'dat we u al die tijd hebben gewantrouwd. Maar het was ook zo raar. In het personeelsarchief was geen dossier van u te vinden... maar nou gaat mij een licht op, dat kón natuurlijk niet. Stel je voor, dat iemand bij de omroep het in handen had gekregen en had gezien, dat we iemand bij de omroep hadden, die voor de generale staf werkte...!
'Je snapt het', zei de Kreeft, die vertrouwelijk zijn hand op de schouder van Dirk had gelegd. 'Voor mij was 't het bewijs, datje van het goede soort bent... jij en Lien, dat jullie nooit met iemand over jullie wantrouwen tegen mij hebt gesproken. Jullie kunt zwijgen. Dat is een belangrijke eigenschap, Dirk.'
Nu iedereen wist wie de Kreeft eigenlijk was, was hij het middelpunt van korte gesprekken, waarbij chefs van afdelingen aanwezig waren, en ook de hoge bazen van de omroep.
'Ze willen door het zuiden heen de vesting Holland bereiken', legde de Kreeft met zijn vinger op een grote landkaart uit, 'en daarna willen ze België binnenzwenken. Maar dat lukt nooit als ze de bruggen over de Maas en de Waal niet in handen krijgen. Daar bij die bruggen ligt de sleutel tot overwinning of nederlaag.'
95