reet natuurlijk, je zou eerst moeten weten wat voor vlees er in de kuip zit. Maar als je er op een gegeven ogenblik met elkaar over gaat praten, acht of tien weten allicht meer dan twee, nietwaar?' 'Zal ik Willem Noteboom dan maar zeggen, datje mee doet?' 'Ga je gang. Weetje ook de namen van de andere lui?' 'Hij heeft er al zes, met ons mee zijn we met z'n achten. De verdere twee komen wel', zei hij. 'Ken je die lange Toon de Wit, hij zat bij jou in de klas. En dat kind met die rode haren en sproeten, die ook bij jou zat...'
'Lijsje Lorresnor... ze heet eigenlijk Elisabeth van Elzen, maar iedereen noemde haar Lijsje Lorresnor.'
'Jou noemde iedereen Dirk Koffiedik. Maar nu heet je gewoon Dirk Poldervaert, dus laten we Lijsje ook maar voortaan Elisabeth noemen. Zij en Toon zijn twee en wij tweeën zijn vier, nou en dan Willem Noteboom met Marietje van Witsen... dat zijn dus zes, en wie waren ook weer die andere twee, o ja... Henk van Straten...' 'Henk van Straten, de worstelaar?'
'Ja, die is verder gegaan met judo of jiu-jitsu of zoiets, in elk geval hij is bij de worstelcultuur gebleven en daar heeft hij een meisje ontmoet, een vriendinnetje, net zo'n mannetjesputter als hij...' 'Het vrouwelijk woord voor mannetjesputter is mannetjesputster', viel Dirk haar in de rede. 'Kijk maar na bij Van Dale.' 'Ik dacht dat het vrouwtjesputter was... enfin, dat worstelende kind heeft een zeer tedere poëtische naam. Ze heet Katelijne de Liefde, al heeft ze biceps als een kolensjouwer. Dat zijn dus acht. Willem Noteboom heeft gevraagd of we morgenavond allemaal bij hem willen komen. Voor een soort inwijdingsbijeenkomst.'
De kamer van Willem Noteboom was gezellig en knus. Aan de wand hingen allerlei dingen uit Indië. Krissen en speerpunten, en ouderwetse pistolen.
'Die heeft mijn vader indertijd verzameld. Hij was kolonel in Indië. Een paar jaar geleden is hij gestorven. Toen was ik wees', zei Willem Noteboom. 'Ik werk in Amsterdam bij een groothandel in koffie. Oude relaties van mijn piepa.'
De meeste luitjes kenden elkaar van school, en de nieuwelingen werden vlotjes aan elkander voorgesteld.
'Om te beginnen', zei Willem, 'we zijn democraten dus van dat lei-dersgedoe moeten we niks hebben. Maar we moeten natuurlijk wel iemand aanwijzen, die zo'n beetje het centrale punt wordt.' 'Als jij dat nou 's deed', zei Dirk, 'je lijkt me een krijgshaftig iemand.'
51