Tussen speurders en spionnen - Avonturen van Dirk Poldervaert

'Ik geloof inderdaad, datje gelijk hebt', zei Lien, en toen liet ze er aarzelend en met een kleur als een boei op volgen: 'Dirkje hoeft nooit bang te zijn, dat ik je zal uitlachen, hoor.' Die woorden gaven hem een vreemd en tevreden gevoel.

Karei Veldhuizen, een van de assistenten van Gijs Bikstra op de reportage-afdeling, hing halfop de zitting van zijn stoel; zijn benen lagen lui languit op het blad van zijn bureau.

Gijs en de Kreeft waren er niet. Die zaten nu ergens bij een kopje koffie te babbelen over lichtjes, die naar de hemel stijgen, dacht Dirk. Het was een van die kwartiertjes, waarin voor de afdeling geen dringende en haastige dingen te doen waren. Karei had kennelijk behoefte aan een praatje. 'Vertel eens Dirk, bevalt het je hier?' 'Prima.'

'Die Gijs is een reuzevent', prees Kareltje, 'ongelooflijk wat ik van die man heb geleerd. Die man heeft een aangeboren talent voor de omroep. Hij is ingeënt met een grammofoonnaald en inplaats van met de fles is hij met de microfoon grootgebracht.'

'Hij is de beste verslaggever van de hele wereld', zei Dirk uitbundig. 'Wat denk je nou van de Kreeft?' vroeg Kareltje langzaam. Nou moest hij op zijn hoede zijn, dacht Dirk.

'Oh', zei hij, 'wel een geschikte vent. Hij maakt zich gauw kwaad. Maar eh... eh... soms denk ik, dat hij de dingen heel anders bedoelt dan hij ze zegt. Je hebt veel mensen, die hun ware natuur eigenlijk liever niet willen laten zien.' Kareltje lachte slim.

'Je hebt hem precies goed getypeerd, knaapje', zei hij, 'maar wat je niet weet is, dat diezelfde Kreeft een durver is, zoals er geen tweede bestaat. Die man kent eenvoudig geen gevaar en geen angst. Als ik je moest gaan vertellen wat we hier al met dat heerschap hebben meegemaakt, zou je met je oren staan wapperen. Een brutale, onverschrokken durfal.'

'Ach', zei Dirk, opzettelijk een beetje onnozel, 'dat zou ik nooit achter zo iemand hebben gezocht.'

'Nee', zei Kareltje, 'maar mensen die hem kennen zeggen, dat hij voor niets en niemand uit de weg gaat. Een man, die tot alles in staat is.' Dirk vond het verstandiger op dit gesprek niet verder door te gaan. Hij nam zich voor nog voorzichtiger te werk te gaan.

36