Tussen speurders en spionnen - Avonturen van Dirk Poldervaert

'Vreselijk', zei Dirk, 'als je zo je hele leven de angst uitje kinderjaren moet meeslepen.' En na enkele ogenblikken stilte vroeg hij: 'Wat dacht je Lien, zou het inderdaad hier ook komen?' 'Nou', zei Lien, 'ik mag eigenlijk niet praten over de dingen die je leest in brieven en stukken, die we in het archief moeten opbergen. Maar ja, ten slotte ben jij ook bij de omroep... in Den Haag neemt de regering wel allerlei maatregelen, voor het geval, dat het mis gaat.' 'Hoe bedoel je maatregelen?'

'Nou, zoals ze allerlei maatregelen voor de lichtverduistering en zo hebben genomen, zo is er aan de omroep meegedeeld wat er moet gebeuren in geval van evacuatie en dergelijke.' Dirk brandde reeds enkele weken een vraag op de lippen. Hij had nooit goed geweten hoe er over te beginnen.

'Zeg Lien', vroeg hij, 'geloof jij nou ook, dat de Nazi's hier een stel spionnen hebben rondlopen?'

'Vast en zeker', antwoordde Lien, 'dat kan toch immers niet anders. Kijk, als ze Nederland willen inpikken, weten ze drommels goed, dat het overgrote deel van de Nederlanders niks van dat barbaarse gedoe moet hebben. En die knokploegen van Mussert, nou die zijn ook niet meer dan drie man en een ezelskop. Je hoeft maar naar de tronies te kijken van de lui, die op de hoek van de straat hun Volk en Vaderland voor drie centen staan te verkopen om te weten dat die het zwarte garen niet hebben uitgevonden. Nee, meneer Hitier heeft hier een span spionnen rondlopen.' Even zweeg Dirk, toen zei hij aarzelend: 'Wat denk jij nou van de Kreeft?'

'Ik dacht wel, dat je over hem zou beginnen', zei Lien, 'nou als je wilt weten wat ik van hem denk, ik vertrouw hem voor geen rode halve cent. Die vent is mij te nieuwsgierig. Hij vraagt maar en vraagt maar.'

'Ik vind, dat hij iets dubbel in zijn persoonlijkheid heeft', zei Dirk, 'dat klinkt misschien een beetje gek, maar ik kan het niet anders uitdrukken. Weet je, net als bij een ijsberg, een zevende deel is onder water.'

'Zes zevende deel', zei Lien, 'ga je schoolgeld terug halen.' 'Eén zevende... je kunt het nakijken in je oude schriften, maar goed je weet wat ik bedoel. Herinner jij je de woorden waarmee de Spaanse Brabander begint... jullie hebt toch ook Breêro gelezen indertijd?' 'Al ziet men de lui, men kent ze niet', citeerde Lien. 'De Kreeft is vast en zeker een spion', zei Dirk, 'en een gevaarlijke ook. Ga maar eens na, Lien. Hij zit bij de omroep. Alle voorschriften uit Den Haag hoort hij uit de eerste hand. Bij ons op de reportage

23