Scheveningen. Een auto duurt te lang, en met honderdduizenden mensen op het strand, kom ik niet door de drukte heen.' 'Auto... auto', smaalde de Kreeft, die naast Gijs in de telefoon stond mee te schreeuwen' 'auto.. .wat auto? Niks auto! Ik zal direct de marine vliegdienst bellen. Je wordt zo meteen gehaald en dan ga je in één ruk door naar Schiphol. Ik zal zorgen, dat daar een snelle machine staat. En een kwartier later land je doodgewoon op het stille strand. Daar sta ik dan om je op te vangen en je naar je post te brengen.'
'Ik kom', zei Dirk, en toen schrok hij uit zijn gemijmer wakker. Er was helemaal niets aan de hand. Uit de luidspreker klonk het geluid van de reportage. Hij drentelde, zich uitrekkend van de loomheid, naar het telexapparaat. Omroep en persbureau hielden elkaar bij. De vloot was aan de horizon in Scheveningen verschenen. Varende in kiellinie, stond op het papier, maar Gijs gaf een dichterlijke beschrijving van de twee torpedoboten, die aan de kop voeren en van de nieuwe mijnenvegers, die er achter aan kwamen. Dat klonk een tikje boeiender dan dat nuchtere: de schepen varen in kiellinie. Plotseling... plotseling echter brak het geluid in de luidspreker af. De telex ratelde verder.
Een van de telefoontoestellen op het bureau begon te bellen.
'Hier de controlekamer in Hilversum,... een paar belangrijke lijnen
met Scheveningen zijn uitgevallen. Wat moeten we doen?'
Tja, wat moeten we doen? Via de speciale spreeklijn met Gijs konden
geen opdrachten komen, want die lijn werkte ook niet meer. Nu was
het tijd om te handelen als een verstandig mens.
'Wat raad jullie aan?' vroeg Dirk aan de man in de controlekamer.
'Je hebt niet veel keus, een plaatje of een praatje. Een van de twee.'
'Heb je een goed plaatje bij de hand?' vroeg Dirk.
'Ja, van die schoolliedjes, weet je wel, ferme jongens, slome knapen,
foei hoe knullig sta je daar.'
Opeens kreeg Dirk een idee. Het was een idee, zo ongelooflijk brutaal, dat hij er zelf van schrok. Maar Gijs had gezegd: handel als een verstandig mens. Nou dat zou hij.
'Staat de microfoon op onze kamer ingeschakeld? Dan praat ik er wel tussen door.' 'O.K... Ingeschakeld.'
Trillend van zenuwachtigheid begon Dirk in die microfoon een stuk verslag te fantaseren... of fantaseren was eigenlijk niet het goede woord. Hij keek naar de telex, en met zijn eigen woorden ging hij, wat hij op de witte strook papier las, door de microfoon over vertellen. Hij had precies hetzelfde gevoel als toen hij bij het uitreiken
19