risico om hier te varen, maar hij heeft geen keus, denk ik.' Het gebrom van de vliegmachine verdween in de verte. 'Hij is foetsie', zei een stem in het duister. 'Misschien haalt hij wel een grote broer', mompelde iemand. 'Voor zo'n klein kustvaardertje als de 'Gloria' nemen ze geen extra risico's', zei een van de officieren met een rustige stem. Deze man had gelijk. De rest van de nacht verliep zonder verdere incidenten. Het leek alsof de uren eeuwen duurden. Toen eindelijk wat daglicht door de kieren van de planken, die het ruim afsloten, gloorde, kwam de schipper naar omlaag. 'Goed geslapen, heren?'
'Een beetje burengerucht, maar 't mocht geen naam hebben', zei Gerard van Reuven.
'Ja, er kwam een nieuwsgierige jachtvlieger kijken of we afweergeschut aan boord hadden. Gelukkig hebben wij dat niet. Anders had hij misschien een bommenwerper hierheen geroepen. Nu dacht hij: een vissersbootje, niet de moeite waard. In elk geval, we zijn er door gerold. We zijn nu uit de gevaarlijke zone. Met een uurtje hoop ik het eerste Britse oorlogsschip te praaien.'
'Mogen we aan dek?' vroeg Dirk. Hij vond het in het donkere afgesloten ruim benauwd. De kinderen jengelden.
'Nee', zei de kapitein, 'strikte orders: beneden blijven. Ik denk niet, dat de Britse Navy het leuk zal vinden, als iedereen kan zien wat ze aan het doen zijn. Ik heb brood aan boord, maar niet genoeg voor iedereen. De kinderen krijgen te eten, de anderen moeten proberen op een kop koffie de dag door te komen. Maar de luiken kunnen wel open.'
Nu het daglicht in het ruim vrijelijk kon binnenstromen, kon Dirk het hele gezelschap passagiers zien. Mannen, vrouwen en kinderen bij elkaar, maakten een getal van achtendertig. Uit de donkere ruimen omhoogkijkend zag Dirk het blauw van de hemel. Meeuwen cirkelden om het schip. Gerard van Reuven kwam naast hem staan.
'Zeg Dirk', zei hij, 'als je nou zo van beneden uit de kuil van het schip naar boven kijkt, dan kun je je voorstellen hoe beren in een kuil in de dierentuin zich voelen. Het lijkt me niet leuk op de duur.' 'Beren zien tenminste nog af en toe mensen', zei Dirk. Zo verliep de dag. De avond viel, de tweede dag op zee brak aan. Het was drie uur in de middag, toen ze hoorden, dat de motor van het schip stopte. Er weerklonk geroep. Mannen liepen op het dek heen en weer. Ze hoorden het geluid van andere schepen. 'Dat zal de Navy zijn', zei één van de officieren.