stijf met me gearmd loopt. De volgende ochtend bij het ontbijt, zegt Jansen, de bedrijfsleider:
״Nou vanmiddag krijgen we het drukker."
״Hoe zo?" zeg ik.
״De V.A.R.A. komt op visite."
״Welke afdeling?" vraagt Kee, die nou eenmaal een zwak heeft voor alles wat met de radio te maken heeft.
״Geen afdeling", zegt Jansen, ״maar het hele Hoofdbestuur en een man of vijftig van de Verenigingsraad. Die heren hebben Zaterdag en Zondag hier een vergadering."
Zodra Kee dat nieuwtje hoort, is ze niet meer te houden. Natuurlijk moet ze weten of Willem van Cappellen er ook bij is.
״Nee", zegt Jansen, ״althans, dat weet ik niet, ofschoon je er best kans op hebt, want ze gaan natuurlijk over de programma's praten en dan zullen de mensen die het eigenlijke werk doen, er toch bij willen zijn."
Na het eten trekt Kee me op zij en zegt:
״Ik ga vanmiddag maar niet wandelen. Ik ben een beetje moe van gisteravond. Ik denk, dat ik rustig hier blijf zitten, op het terras in het zonnetje."
״Willem van Cappellen", denk ik, maar tactvol als ik nu eenmaal ben zeg ik:
״Je doet maar net wat je wilt... het is ook jouw vacantie."
We zitten in het zonnetje op het terras en een stuk of wat andere gasten houden ons gezelschap en we babbelen over koetjes en kalfjes en er rolt een auto het grintpad op en daarna nog een, en dan een autobus vol mannen met tassen. De V.A.R.A. is er, maar Van Cappellen is er niet bij. Het geeft een bereddering van heb ik jou daar, want al die mensen moeten naar hun kamers en er zijn een paar kantoormensen uit Hilversum, die alles regelen en dikke mappen uitdelen met gewichtige papieren en blanco blocnotes met potloden.
Om drie uur begint de vergadering en op het terras in het zonnetje zit Kee maar op haar stoeltje te draaien, totdat ze opeens zegt:
״Is die vergadering huishoudelijk of openbaar?"
Daar heb je het gegooi in de glazen (denk ik), daarom is ze te moe om te gaan wandelen, maar ik zeg met een droog gezicht:
89