sen de omroepverenigingen een ernstig obstakel in de weg heeft gelegd.
Het enghartige oogmerk (nl. de omroepverenigingen, behalve de A.V.R.O. ״van armoe te laten sterven") is niet alleen volkomen mislukt, het heeft juist het tegenovergestelde veroorzaakt van wat benepen slimmelingen hoopten. Want verstoken van de wettelijk verplichte bijdrage en daardoor geheel uit eigen kracht werkende, hebben de omroepverenigingen gelegenheid gekregen ondubbelzinnig te bewijzen, dat zij krachtig leven, als instituten, die geboren werden en gevoed worden uit de volkskracht.
De zwakte der slimmelingen was hun onvermogen om te begrijpen, dat de overgrote meerderheid des volks de kleurloosheid van hun zogenaamde algemeenheid nooit zou kunnen aanvaarden, omdat deze neutraliteit in lijnrechte tegenstelling stond tot de rijke verscheidenheid van het Nederlandse geestelijke en politieke leven, zoals dat in de loop der tijden is gegroeid. Hun beperkte kijk belette hen te begrijpen, dat in de strijd voor een billijke, evenredige en rechtmatige verdeling van de beschikbare zendtijd de V.A.R.A., de N.C.R.V. en de K.R.O. aan dezelfde zijde zouden staan. Niet omdat men aan Protestants Christelijke of Rooms Katholieke zijde overvloeide van liefde voor de organisaties van democratisch-socialisme; maar wél omdat men er daar geen ogenblik aan twijfelde, dat aan een overwinning van de ״ik-ben-niks"-mensen, eerst de V.A.R.A., maar daarna vroeg of laat de K.R.O. en de N.C.R.V., ten offer zouden kunnen vallen.
Soms waren het voorvallen, die (achteraf gezien) van weinig werkelijk belang zijn, maar die desniettemin destijds aanwijzingen waren voor het volkomen onvermogen van de heer Vogt en de zijnen om de diepste drijfveren te begrijpen, die V.A.R.A., K.R.O. en N.C.R.V. bewegen. Om slechts een van die voorvallen hier te vermelden. Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen had, toen de nieuwe V.A.R.A.-studio werd ingewijd, een kostbaar orgel ten geschenke gegeven. De A.V.R.O. oordeelde het toen nodig de arbeiders er op te wijzen dat hun contri-butiegelden zonder hun instemming en medeweten op deze wijze werden misbruikt. Het is voor degenen, die in de vakbeweging thuis zijn overbodig aan deze argumentatie een woord van commentaar toe te voegen.
76