Wat verbeeldden die lui van de V.A.R.A. zich wel? Het woord van het democratische socialisme in de omroep te laten weerklinken?
Daarop hadden de lieden van de Telegraaf-H.D.O.-A.N.R.O.-A.V.R.O. een passend antwoord: v/eg met al dat politieke gedoe, weg met al dat partij-gedoe, weg met al die schotjes en hokjes.
Een ״algemene" omroep wilden die mensen van de V.A.R.A.?
„De Telegraaf" en de heer Vogt en de zijnen hadden immers de algemeenheid in pacht, de algemeenheid der kleurloosheid en der neutraliteit?
Hadden die mensen van de V.A.R.A. (en degenen in andere volksgroepen, die het in dit opzicht met hen eens waren) in hun program staan, dat zij een waarlijk nationale omroep wensten — waarlijk nationaal, omdat hij elke stroming van betekenis gelegenheid zou bieden zelfstandig uiting te geven aan wat haar bewoog — „De Telegraaf" wist het beter. Men „leende" de leuze „nationale omroep" en gaf er de slappe inhoud aan van de man, die er trots op is, dat hij nergens bij hoort.
De V.A.R.A. moest kapot — en daarna zou men het met die twee andere, de N.C.R.V. (die vóór de V.A.R.A. was gesticht) en de K.R.O. (die zes weken na de V.A.R.A. was opgericht) ook wel klaren.
Wanneer men het zo zou kunnen schikken, dat de V.A.R.A. verplicht zou worden haar uitzendingen geheel uit eigen middelen te betalen, dan zou ze vroeg of laat (maar waarschijnlijk vroeg) van armoe komen te overlijden.
De commissie Ruys de Beerenbroeck evenwel, het is reeds vermeld, had als haar voornaamste conclusie gesteld, dat de kosten van de gehele omroep zouden worden gevonden door middel van een luisterbijdrage, waartoe alle luisteraars wettelijk verplicht zouden worden.
Wat was dus eenvoudiger dan dat degenen, die de V.A.R.A. zo fel haatten, hun ophitsende campagne in volle omvang richtten tegen deze „radio-belasting". In October 1926 schreef „De Telegraaf", dat de omroepverenigingen het zonder wettelijk verplichte luisterbijdrage „geen jaar" zouden uithouden met uitzondering van de A.V.R.O.
De heer Vogt schreef in de Radiobode van 10 Febr. 1928: „Ons bezwaar tegen de radiobelasting is geen ander, dan de vrees, dat daarmee omroepen, die geen kiemkracht hebben, die geen wortel kunnen
73