Hier is de VARA

Het is een paar maanden later en het loopt tegen m'n verjaardag. Kee smoest met de kinderen, ik mag natuurlijk nooit weten wat ze samen complotteren en ik doe dus net alsof ik niks merk. Als dan op mijn verjaardag de cadeautjes voor de dag komen, doe ik altijd reuze verbaasd en zeg met een gladde tronie: ״Nee maar... hoe wist je dat ik juist dat zo graag wil hebben" en dan wordt Kee sentimenteel en zegt, dat een goede vrouw de gedachten van haar man kan lezen alsof ze een open boek zijn en daar laat ik het dan maar bij.

Met de verjaardag, die op komst is, gaat het net zo. De kinderen, zo klein als ze zijn, lopen rond met geheimzinnige gezichten en Kee zit elk ogenblik aan de tafel — met een stuk papier voor zich en een eindje potlood.

״Moet je strafregels maken?" vraag ik, maar ze stopt het papier gauw weg.

״Gaat je niks aan, flauwerd", zegt ze, en ik doe net alsof m'n neus bloedt. Maar op het papiertje staan cijfertjes en eerlijk gezegd, ik begrijp er niet veel van.

Achterom in ons woningblok woont de secretaris van de afdeling van de V.A.R.A. — die afdeling noemen ze een Centrum. En als ik die secretaris eens een keer tegenkom, vraagt hij belangstellend of het kristalletje me nog niet verveelt.

״Nee", zeg ik, ״het verveelt me nog geen seconde."

״O", zegt-ie, ״verveelt het je niet? Dat snap ik niet. Ik hoor, dat je van het kristalletje tabak hebt."

״Jij bent gek", zeg ik, en ik doe een beetje nijdig tegen hem en hij me intussen steeds lachend aankijken met een knipoogje, en dan zeggen:

״Nou ajussies dan maar... enne, die vrouw van jou, die Kee is een reuzen wijf, die zou ik maar in ere houden als ik jou was."

Hij gaat weg en ik loop verder, maar onderwijl denk ik: ״Die vent is een rare snijboon, die hééft vast wat en hij wil het me niet zeggen... het lijkt wel of hij me een standje geeft... waarom moet ik Kee in ere houden?"

De avond van de dag vóór mijn verjaardag zitten Kee en ik bij een kopje thee, want in het Concertgebouw is pauze en de koptelefoons hebben dus tijd om eventjes uit te blazen.

49