ACHTSTE HOOFDSTUK waarin wordt verhaald hoe slecht de regering in Londen op de hoogte was van de gebeurtenissen in de kringen van de Nederlandse Omroep gedurende de bezetting, en hoe na de bevrijding het Militair Gezag probeerde de vrije omroep een beentje te lichten, waarbij de regering als welwillende toeschouwer ter zijde stond. Maar in de benardheden van de omroepverenigingen, snelt Jan-de-Luisteraar te hulp en hij redt de bedreigden uit de handen der uniformdragers en positie-jagers. En wat de V.A.R.A. betreft, die gaat al spoedig met rasse schreden naar een hoogtepunt in haar bestaan.
Kent u het sprookje van Andersen, lezer? De porceleinen poppetjes op de schoorsteenmantel in een deftige kamer staan elkander de hele dag onbeweeglijk aan te gapen. Ze zijn dode voorwerpen, die parmantige mannetjes en behaagzieke vrouwtjes, die soldaatjes en markiezinnetjes en herdertjes van steen. Maar twaalf seconden per dag krijgen ze een schijn van leven. Twaalf seconden, niet langer. Als de pendule onder de glazen stolp in het midden van de schoorsteenmantel — als die pendule te middernacht de eerste slag van de twaalf doet horen, dan beginnen al die porceleinen poppetjes opeens te bewegen. Ping... ping... ping... De pendule slaat verder, en zo lang het belletje klinkt mogen die porceleinen beeldjes zich verbeelden, dat ze heus echte mensen zijn. Wat al drama's spelen zich in die luttele seconden af, op die schoorsteenmantel in de deftige kamer! De soldaatjes kletteren met hun sabeltjes; ze duelleren, ze worden bevorderd; een wordt kapitein, en een ander springt zo maar een paar rangen tegelijk naar boven. De mannetjes maken de markiezinnetjes het hof, en de herdertjes verdedigen de landelijke onschuld tegen de snode belagers van kuisheid en eerbaarheid. En onderwijl slaat de pendule verder... ping... ping... ping... Totdat de twaalfde slag heeft weerklonken. Uit is de pret! Het schijnleven op de schoorsteenmantel is voorbij. De poppetjes worden weer... poppetjes, onbeweeglijk en onbelangrijk. Een nieuwe dag is aangebroken, het echte leven herneemt zijn rechten.
151