״Een sprookje is uit...
Een mooie droom ging voorbij..."
Goede sprookjes weerspiegelen de werkelijkheid... vaak in een lachspiegel. Aan het sprookje van de porceleinen poppetjes moet men denken, wanneer men zich de daden van het Militair Gezag in het bevrijde Nederland herinnert. Toen de driekleur weer vrijelijk kon wapperen, kwam het M.G. terug om het lieve vaderland knaphandig „op te stoten in de vaart der volkeren". Het werd een lamentabele klucht. De directe onkosten van de voorstelling hebben de Nederlandse schatkist driehonderd millioen guldens gekost. De werkelijke schade is met dat bedrag niet genoemd. Wanneer men het zeer uitvoerige (en kostbare) verslag leest, dat het M.G. later het licht heeft doen zien om zijn werkzaamheden aan het nageslacht bekend te maken, ontdekt men geen daden, die niet even snel, goedkoper en beter onder dezelfde omstandigheden door het burgerlijk gezag hadden kunnen worden verricht.
Nu, na vijf jaren, kunnen we vrij gemakkelijk van de gebeurtenissen die ons destijds zo bezig hielden, afstand nemen.
Wat de omroep in het bijzonder betreft, kan iedereen thans meewarig de schouders ophalen, wanneer hij terug denkt aan de ambitie van de sectie Radio van het M.G., om met één geniale zwaai de gehele historische ontwikkeling op omroep-gebied ongedaan te maken. Nu, na vijf jaren, gevoelt men naast verwondering zelfs enige ontroering om de kinderlijke, ja bijna heilige onnozelheid, waarmee een stuk of wat uit Londen overgewaaide gelegenheids-officieren ons volk dachten een radiobestel te kunnen opleggen, waarvan de enige verdienste was, die men er van kon ontdekken, dat het in Londen in gezellige onderonsjes was uitgedokterd. Vóór het Nederlandse volk. Zónder het Nederlandse volk. En... tégen het Nederlandse volk!
Dat is nu allemaal voorbij. Het is voltooid verleden tijd geworden. De poppetjes op de schoorsteen staan elkander al lang weer onbewegelijk aan te gapen, ze zijn weer: poppetjes. Het sprookje is uit... voor goed uit?
Het is thans vrijwel onmogelijk de capriolen van de sectie Radio van het Militair Gezag van destijds ernstig te nemen. Een vermelding
152