Jullie kunt allemaal barsten."
Al word ik duizend jaar oud, nooit vergeet ik het ogenblik dat die soepterrien dat zegt, want die woorden schijnen precies tegen ons gericht en we beginnen allemaal te lachen. We hikken van de pret en buurman is nu letterlijk kapot van de zenuwen en begint ons haarfijn uit de luiers te doen, dat de soepterrien het niet zo bedoelt en hij natuurlijk ook niet.
״Het is een zin uit die voordracht", zegt-ie stotterend, ״en we zijn d'r net midden in gevallen... het is puur toeval heus, en wees nou niet zo gauw aangebrand, want ten slotte zeg ik toch niet, dat jullie kunt barsten."
Maar we laten hem soebatten, want we vertikken het gewoonweg om die avond nog ernstig te zijn. Iemand zegt:
״Buurman, kan je niet het programma van gisteravond opzetten, oh... kan dat niet eens, nou wat heb je dan aan zo een radio, geef mij dan maar liever een ouderwetse gramofoon met een hoorn", en buurman, die in een interland wedstrijd voor zelfbeheersing vast de eerste ereprijs wint, kiest eieren voor zijn geld met een rood hoofd en schakelt de soepterrien weer uit.
Ik drink mijn kopje koffie en ik denk bij me zelf, dat radio als uitvinding voor de kenners misschien wel aardig is, maar het is geen ding, dat je voor de gezelligheid in huis neemt, 's Avonds laat zeg ik tegen mijn eigen vrouw: ״Nou, die radio van buurman kun je wat mij betreft ook wel bij de boom leggen met een kwartje er bij voor de eerlijke vinder, die hem niet terugbrengt... aan mijn lijf geen polonaise, zonde van je goeie geld."
Het is een hele tijd later en we zitten weer eens in een verkiezingsactie van wat-heb-ik-jou-daar en ik ga uit plakken en schilderen en op huisbezoek, en op een avond vraagt de secretaris van de partij-afdeling me of ik een paar partijgenoten wil gaan opzoeken voor een extra karweitje, dat niet door iedereen kan worden gedaan. Ik zeg ״goed", en laat er meteen geen gras over groeien, want ״dat is de daad" zeg ik maar. Op het eerste adres loop ik de trap op, want die partijgenoot is een van die mensen, waar de straatdeur altijd open staat, en
15