had verboden, ״Morgengedachten" genaamd, waarin het volgende gedeelte voorkwam:
„Gesloten staan de politieke kermiskramen,
Waar ieders zure draf smook joeg door schouw aan schouw.
Verschald zijn al de kleineerzuchtige ijd'le namen,
En zuiver proeft de lucht en ijler welft het blauw.
Laat dan uw dienaren wijs en onwijs bedillen,
Naar inzicht of partijgunst voorschrijft of beleert,
Vaak het onnooz'le doen en het verstand'ge willen.
Daar was en is maar Een — Gij zijt het — die regeert,
Over en met de kern Uws volks, het zout der natie,
Dat nooit zijn smaak heeft ingeboet voor valschen schijn,
Dat in zijn midden voert Uw vorstelijke Gratie
Als Isrel met zijn Efod toog door de woestijn.
Dit van Oranje-fascisme druipende vers had de A.V.R.O. willen uitzenden ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina, de constitutionele vorstin.
Naarmate de techniek verder voortschreed, de luisteraars steeds hogere eisen aan de kwaliteit der programma's gingen stellen, en de toeneming van het ledental het de V.A.R.A. financieel mogelijk maakte aan die eisen te voldoen — valt er in de hoedanigheid der V.A.R.A.-uitzendin-gen een stijgende lijn waar te nemen, zowel in kunstzinnig als in omroep-technisch opzicht.
Dat radio een scheppende kunst is, wordt in 1950 nog slechts door weinigen ontkend — maar in de beginjaren moest de radio haar eigen vorm nog vinden. Men was zoekende, tastende en experimenterende.
Voor de ontwikkeling van het hoorspel als zelfstandige kunstvorm, heeft de V.A.R.A. baanbrekend werk verricht. Op het gebied der muzikale uitzendingen stond zij al spoedig voor de noodzakelijkheid de scheiding tussen ernstige en amusementsmuziek door te trekken tot de orkesten, die het muzikale gedeelte van de programma's verzorgden. Aanvankelijk waren de musici manusjes-van-alles. Uit een orkest, dat zich op ernstige muziek specialiseerde, werden krach-
9
113