een eigen koers ging varen... of althans dacht te varen. Handhaving der nationale zelfstandigheid niet alleen in politiek opzicht, maar ook in militair en niet in de laatste plaats in ideologisch opzicht, werd het parool voor de officiële regeringspolitiek van Nederland. Elke regering sinds 1933 wist zich in zo een beleid door de overgrote meerderheid des volks gesteund.
Het kon echter niet uitblijven of te eniger tijd moest uit deze ontwikkeling een botsing volgen tussen overwegingen, die de programmaafdeling van de V.A.R.A. in haar omroeparbeid schenen te leiden en de overwegingen, die de regering bij de beoordeling van radio-programma's liet gelden, ongeacht door welke omroepverenigingen die programma's werden verzorgd.
Dat Paul Loebe, de voorzitter van de Duitse Rijksdag, voor de V.A.R.A.-microfoon in zijn moedertaal een rede hield, toen hem de mogelijkheid om in zijn eigen land te spreken vrijwel was ontnomen — was ongetwijfeld een ״stunt", die emotionele naturen sterk in beroering bracht. Degenen, die de strijd tegen het nationaal-socialisme dikwijls met gevaar voor eigen leven in Nederland en daarbuiten voerden, schonk het zonder enige twijfel voldoening, dat op die rede zoveel sympathieke reacties uit Duitsland zelf werden vernomen. Maar voor de regering in Den Haag moest de vraag rijzen of een toekomstige agressor in uitzendingen van deze aard niet een rechtvaardiging voor mogelijk optreden zou kunnen vinden. Wanneer een verantwoordelijke regering voor dergelijke dilemma's geplaatst wordt, komt men er niet uit met de redenering: als men ons wil aanvallen, vindt men altijd wel een stok om de hond te slaan. Zó eenvoudig liggen de dingen niet als het gaat om de vraag van oorlog of vrede. Wanneer men vaststelt, dat de regering bij het toezicht, dat zij ging uitoefenen, het de V.A.R.A. niet gemakkelijk heeft gemaakt — dan dient daar onmiddellijk aan toegevoegd, dat de V.A.R.A. niet altijd op even tactvolle wijze geprobeerd heeft aan dat toezicht te ontsnappen. Het toezicht van de regering werd in Juli 1930 in handen gelegd van de Radio Controle Commissie, een college van radio-censoren, die menige gelegenheid heeft aangegrepen om de waarheid te bewijzen van het variant op het versje van de schoolmeester:
105