Het zou echter onrechtvaardig zijn de kabinetten, die sinds 1933 in Nederland aan het bewind zijn geweest, overwegingen van deze aard toe te dichten, toen zij op de uitzendingen van de V.A.R.A. nauwlettend gingen toezien. Een regering van Nederland, ongeacht door welke partijen zij is samengesteld, heeft als hoge taak de onafhankelijkheid van het land te handhaven — wie kon ontkennen, dat in 1933 en later de gebeurtenissen buiten onze grenzen die taak een grotere verantwoordelijkheid meebracht dan het kabinet Cort van der Linden in 1914 te dragen had. Toen na het einde van Wereldoorlog-NummerEen de Volkenbond (met zetel te Genève in Zwitserland) werd gesticht, aanvaardden de staten-leden als leidend beginsel de gedachte van de collectieve veiligheid. De vrede zou één en ondeelbaar zijn. Een agressor-land zou worden getroffen door maatregelen, die alle andere niet-agressor-landen gezamenlijk zouden nemen. Veel fouten heeft de Volkenbond begaan, veel critiek kan op zijn samenstelling en werkwijze worden uitgeoefend — maar het blijft zijn verdienste, dat voor het eerst in de wereldgeschiedenis het denkbeeld der collectieve veiligheid in een concrete vorm werd gegoten. De beweging voor ontwapening, die na het einde van Wereldoorlog-Nummer-Een in veel landen aanhang verwierf, werd in hoofdzaak uit twee bronnen gevoed. De eerste bron was het menselijke verlangen naar uitbanning van de oorlog; de tweede bron was, dat voor het eerst een practische weg werd gewezen om dat verlangen tot werkelijkheid te maken. De collectieve veiligheid, zoals die in Genève was ontworpen, en het streven naar ontwapening, hebben hun kans gehad; zij zijn mislukt. Het is hier niet de plaats om de oorzaken van die mislukking uitvoerig te onderzoeken, noch om de lessen aan te geven, die mogelijkerwijs uit dat falen zouden kunnen worden getrokken.
Hier dient slechts vermeld, dat het gaandeweg verdwijnen van de collectieve veiligheid als leidend beginsel voor de buitenlandse politiek, de Nederlandse regering voor de noodzakelijkheid plaatste een leidraad te vinden, die de leemte zou kunnen aanvullen. De gedachte van een neutraliteitspolitiek, later ontwikkeld tot een van zelfstandig-heidspolitiek, was voor Nederland een noodsprong. Terwijl de staten zich hoe langer hoe meer tot statenblokken gingen aaneensluiten, koos Nederland de uitweg, dat het zich bij geen der partijen voegde, maar
104