50 JOOST SYBRANDSZ. BUYCK 65
meester, besturend een schip, dat nauwelijks bij den zwaren wind, in den al maar sterkeren tegenstroom te dwingen was. Doch slechts de overmacht der zich wijzigende omstandigheden zou hem het roer ontwringen.
Want op den duur werd Amsterdams positie onhoudbaar. De druk der Staten van Holland op dit laatste bolwerk van 's Konings invloed in het gewest werd steeds groter. Weliswaar dorst men nog altijd geen geweld te gebruiken, maar men maakte de stad het leven zuur genoeg. Toen bovendien de Pacificatie van Gent de verhoudingen nog sterker wijzigde ten gunste van den Prins, besloot Amsterdam, zij het in geregeld overleg met Don Juan, den nieuwen Landvoogd te Brussel, zich met hen te verstaan. Zo zond men afgevaardigden onder leiding van Sybrand Buyck, 's Burgemeesters zoon, en zelf oud-Burgemeester, naar Dordrecht, waar Prins en Staten verbleven, om over een verdrag van voldoening tot overeenstemming te komen, mits men althans niets van zijn principes behoefde te offeren. Immers, zo schreef Joost Buyck, aan zijn gedeputeerden, ,,soude die pacificatie hiertoe dienen soe soude het wel eene beclaegelycke zaecke zijn voer ons die dus langhe Godt Almachtich ende Syne Co. Majt. soe getrouwe syn gebleven ende ons goet ende bloet daervoor gestreckt hebben".
De onderhandelingen vlotten dan ook niet al te best. Amsterdams afgevaardigden waren niet genegen ook maar iets van hun standpunt prijs te geven. Wat zij bereiken wilden, was slechts aan de insluiting der stad een einde te maken. Men kon het dan ook te Dordrecht niet eens worden, maar hervatte kort daarop de besprekingen te Brussel, niet het minst door het aandringen der Amsterdamse burgerij, die naar een satisfactie snakte als uitkomst uit den nood, waarin men leefde. De Burgemeesters drongen dan ook op spoed aan: „Alsoe deur 't langhe vertreck van de zaecke van onse satisfactie de gemeente geheel gaende wort, ende dagelijkcx op ons soe fulmineeren, dat wy deselve
Twaalf Burgemeesters 5