50 JOOST SYBRANDSZ. BUYCK 59
de Catholijken burghers als bij die Geusen". Ook wisten zij een maand uitstel te krijgen van de uitvoering der strenge bevelen, welke de Landvoogdes tegen de Hervormde predikers en hun vooraanstaande aanhangers had uitgevaardigd. Zo konden duizenden Amsterdammers, Gereformeerden allereerst, maar ook zij die voor alles de vrijheid minden, hun stad verlaten. De meesten gingen met al hun roerend bezit scheep en onder hen waren tal van kooplieden en neringdoenden, wier handel en bedrijf voor de stad verloren ging.
Een scherpe vervolging brak uit. De bezittingen der ballingen, hun huizen en erven, werden verbeurd verklaard, de schutterijen ontbonden en van de achtergebleven Gereformeerden werden er velen voor het gerecht gedaagd. Te Brussel velde de Raad van Beroerten de harde vonnissen, welke in Amsterdam weer ten uitvoer werden gelegd. In hoeverre hadden Joost Buyck en zijn mederegeerders op de vele terechtstellingen, die nu volgden, invloed ? Waarschijnlijk moesten zij lijdelijk toezien, ook dan wanneer zij ten gunste der slachtoffers hadden gepleit. Zeker zou Joost Buyck zijn belofte aan Egbert Meynertsz., hem te waarschuwen als er gevaar duchtte, hebben gehouden, indien hem dit mogelijk was geweest. Stellig zou hij zijn eigen zwager Pieter de Wit, die hem eenmaal in den bang en avond van 25 Februari 1567 het leven redde, voor den dood op het schavot hebben behoed, wanneer niet hoger macht zich deed gelden. Waarschijnlijk had de invloedrijke schout, de haatzieke Pieter Pie-tersz., bijgenaamd ,,Drakenbloed", steunende op het gezag van den Bloedraad, de hand in het wrede spel. Zo rookten de brandstapels op den Dam, de vlammen lekten hoog naar den hemel. Dreigend verhief zich de galg, het koord spande zich bij den roffel van tamboerijnen. Onder het zwaard vielen de hoofden, raven zwermden op de Volewijk om staken en raderen
in den schemer van bloed en tranen, die daalde over de stad.
*