50 JOOST SYBRANDSZ. BUYCK 57
verzamelden en wapenden zich en dien morgen bezetten zij de Warmoesstraat, het Damrak, den Nieuwendijk, waar zij zich verschansten. Ook de Burgemeesters brachten hun aanhangers op de been; zij kwamen samen op den Dam. Zo sterk was de verdeeldheid onder Amsterdams bevolking, dat twee broers, die elkaar dien morgen in het harnas hielpen, pas op vraag en wedervraag begrepen, dat elk een kant uitging. De strijd zou ongetwijfeld in het nadeel der overheid zijn uitgelopen, ofschoon het Joost Buyck en de zijnen niet aan dapperheid ontbrak en het bijna gelukte door een omsingelende beweging de kans te doen keeren. Maar het kwam niet tot bloedvergieten. Heel den dag werd tussen de Magistraat en haar gewapende tegenstanders bemiddeld, vooralsnog zonder gevolg. Tegen den avond trad Joost Buyck zelf zijn opstandige burgers tegemoet. Bijna had hem dit het leven gekost. Uit de troep werd een roer op hem gericht, maar nog voor het schot afging, sloeg een hand het wapen weg. Het was Pieter de Wit, 's Burgemeesters zwager, die bij de tegenpartij aan het verzet deelnam, doch hem aldus het leven redde. Joost Buyck verloor geen ogenblik zijn kalmte. Hij sprak de mensen toe en wist hen te overreden hun verzet op te geven en naar huis te gaan. Voor de tweede maal herstelde het woord van Joost Buyck de rust in de stad.
In de nu komende maanden volgde een stille strijd tussen Joost Buyck en zijn groten tegenspeler Hendrick van Brederode, die op 27 Februari weer in Amsterdam was verschenen met de heimelijke bedoeling er de macht in handen te nemen. Brederode had veel vrienden in de stad, buiten lagen zijn troepen gereed en eiken dag kwamen aanhangers van elders naar Amsterdam, die zijn invloed versterkten. Joost Buyck wilde het niet tot een openlijke botsing laten komen, maar hield den toestand scherp in het oog. De troepen van Brederode bleven buiten, zorgvuldig waakte men op muren en poorten, de vreemdelingen in de stad werden nauwlettend gade geslagen. Zijn hoogsten troef speelde