JOOST SYBRANDSZ. BUYCK 34
Op 4 Mei 1530 werd in de Nieuwe Kerk het huwelijk ingezegend tussen Joost Sybrandsz. Buyck en Ballichje Occo. Met trots zagen Sybrand Buyck en Pompejus Occo naar het bruidspaar voor het altaar; de jonge mooie bruid naast den slanken jongeman, wiens levenskans zo uitermate gunstig stond. Buyck had geluk met zijn kinderen. Beide zoons Cornelis en Joost zou hij met de hoogste waardigheid der stad bekleed zien, den eersten bovendien als Ambachtsheer van Amstelveen. Zijn dochter Etgen huwde een braaf en voornaam burger der stede, Pieter Jansz. de Wit. Ook Occo zag zijn kinderen in aanzien en eer. Sybrand Occo, zijn zoon, als Schepen en Burgemeester, zijn oudste dochter gehuwd met Hajo Hermannus, Kanselier van Friesland, de jongste, Ballighje, aan de zijde van Joost Buyck, die jaren lang de eigenlijke regent van Amsterdam zou zijn. De bruiloft van Joost en Ballighje werd met groten luister gevierd. Verwanten en vrienden waren er in groten getale om in het geluk van het jonge paar te delen. Daar was de jeugdkameraad van Joost Buyck, de nog jonge maar om zijn geleerdheid reeds vermaarde priester Nicolaus Cannius, met wien hij zoveel uren in stilte van den avond gestudeerd had en gesproken over het grote geheim van leven en dood, de eeuwige waarheden en 's mensen lot en bestemming. Samen leefden zij in den ban van het grote licht dier dagen, den hoogvereerden Meester Erasmus, wiens werken zij lazen en elkander verklaarden, diep in het nachtelijk uur, tot een nieuwe wereld voor hen openging, den geest verrijkend aan de bron van schoonheid en wetenschap. Beiden, Nicolaus en Joost, tezamen onder het gehoor van geleerde mannen, zoekend naar hun gading in de libryen, vorsend bij kaarslicht in grauwe folianten, zagen hun hoogste levensvervulling in het priesterschap. Voor het altaar en voor de studeercel wisten zij zich geroepen. Zij spraken erover zonder veel woorden op avonden, dat Nicolaus zijn vriend volgde naar den Ykant of op het water, om den dag te zien wijken. Tot dien