daarentegen was duidelijk leesbaar op het bord aan de deur:
maison waterloo gelegenheid voor vergaderingen zalen voor bruiloften en partijen
De Hereniging of de Slag bij Waterloo. Wij in onze jaren kozen het gevecht, al zongen we ook, dat we de kazernes zouden slopen, de sabels over de knie zouden breken en de regimenten uiteen zouden jagen.
Veel is er veranderd sinds ik in die holle ruimte van 'Mai-son Waterloo' naar de verhitte principiële debatten mocht luisteren. Werelden werden geschapen en ze vergingen weer. Snotjongens groeiden op tot ervaren mannen in staat en maatschappij. Maar onveranderd bleef het begin van alle moties: 'De vergadering, overwegende dat...' En evenals voorheen eindigen ze nog steeds met: 'en gaat over tot de orde van de dag.'' Wat er tussen die twee bezweringsformules stond, heeft nog nooit enige werkelijke betekenis gehad, en zo is het gebleven tot op dit uur. In de echte staatkunde vochten de reuzen met elkander, in de jeugdorganisatie kibbelden de dwergen. En toch was onze club zomin een verkleind beeld van de grote politieke partij als Manneke Pis een miniatuur is van Goliath.
Omdat de jongens en meisjes ook in de vergadering elkander bij de voornaam noemen, krijgen de debatten een element van de kameraderie, dat zo bevorderlijk is voor het ontstaan van hechte vijandschap. Verder zit de club propvol romantische situaties. Iedereen kent van iedereen de chronique amoureuse. Juist omdat de personen, die bij de kronieken zijn betrokken, nogal snel van partner wisselen,
35