Maison Waterloo
Er is één lege plek in de vale huizenrij van het Waterlooplein. Als ik daar langs loop, grijpt het heimwee me in de lurven. Hier ligt een stuk van mijn jeugd. Ik was toen een bloedjonge snotbengel met evenveel puistjes als idealen. Met niemand ivas ik het eens en het minst met mijzelf. Zonder welk verheven doel zou ik besluiten niet meer verder te kunnen leven? Socialist? Anarchist? Astroloog? Spiritist? Keus genoeg. Ik kon de maatschappij radicaal gaan veranderen. Het seksuele leven van de mens moest hoognodig reiner worden. Of ik kon het drankkapitaal gaan vermorzelen bijvoorbeeld. In die dagen verkroop Amsterdam van ondernemende idealisten, zoals ik. Op het Waterlooplein, waar nu die lege plek is, stond een huis en op de eerste verdieping was een zaal uitgeruimd, waar tweehonderd jongens en meisjes vierentwintig uur per etmaal luidruchtig met elkander van mening konden verschillen.
Op de hoge daklijst stond met krulletters geschilderd
'De Hereniging1.
Nooit droeg een huis een ontoepasselijker naam. Het schone woord vermocht trouwens niet de minste indruk op de bezoekers te maken; wie heeft er een stijve nek voor over om zó hoog een zó gek woord te lezen? De officiële naam
34