25
NAAR DEN KOTHEL-MA'ARAVI
Diep uit den grond stijgen de rotsblokken op, die de negen eerste lagen vormen van den historischen wand. Meer dan negen zulke lagen zitten er onder den tegenwoordigen bodem. Meer dan een meter in ’t vierkant is ieder steenvlak, dat u aanstaart. En er zijn veel grootere rotsblokken onder. Alles zonder kalk op elkaar gevoegd. Op het oudste is een nieuwer gedeelte op dezelfde wijze aangebracht en boven het nieuwere is een nieuwst gedeelte gemetseld. Echter ook reeds zeer oud.
Door de spleten van de samenvoeging der steenen in het lage gedeelte groeien mos en heesters van de binnenzijde der Tempelplaats. Want niet van den Tempel zelf is dit stuk muur een heilige reliquie, maar van den westelijken ringmuur, die de plaats des Tempels eens omgeven heeft.
De meeste van deze en dergelijke bizonderheden hebt ge natuurlijk van te voren gehoord en gelezen. Want nu, daar staande, kijkt ge in de rondte en denkt ge er nauwelijks aan. We wachten op iets. Niet op de mannen en vrouwen, die er reeds gekomen zijn en die er nog bezig zijn te komen voor den bidstond, om den Sabbath in te halen. Maar wij wachten op hetgeen die steenen tot ons zullen zeggen.
Zij zeggen aanvankelijk niets.
Doch er zijn nog meer mannen, ouderen en jongeren, en ginds bij den ingang ook oude en jongere vrouwen gekomen en ook kinderen. Allemaal in Sabbathkleeding. Er groept een aantal mannen bij elkaar en begint reeds het Middaggebed. Daarnaast een andere groep en verderop nog één en nog één. Komen oorspronkelijk uit verschillende landen; hebben nog afzonderlijke synagogen; zijn in ieder geval als Sefardim — dat zijn Portugeesche — en Aschkenaziem — dat zijn