95
HAIFA
en functionaris, zooals wij dat gewend zijn. Hetgeen haast een novum is in Palestina, waar de huisvaders gewoon zijn bij beurten voor te gaan in het gebed.
Haifa heeft ook zijn fabrieken. Aan het strand werkt de groote cementfabriek. En de zeep van Haifa gaat als Pales -tijnsch product reeds over de Zee. Ook naar Holland. De groote Molen, de Meelfabriek bij het Station, heb ik bezichtigd en bewonderd. Een dier modern-technische inrichtingen, welke als levende denkende wezens werken met de onfeilbare logica van een helder brein. Maar nog regelmatiger en exacter!
Doch voor de ontsluiting van Palestina is hier ter stede een arbeid aan den gang, grootsch van ontwerp en van toekomstige beteekenis: de haven van Haifa. De haven van Palestina! Tot nog toe is Jaffa de gewone Palestijnsche landingsplaats met al de moeilijkheden daaraan verbonden. Het schijnt, dat die moeilijkheden — de vele klippen daar — niet uit den weg te ruimen zijn en dat het niet mogelijk is, om van Jaffa een behoorlijke haven te maken. Of dat, om nog gewichtiger belangen van het Britsche wereldrijk, de Engelsche regeering er de voorkeur aan heeft gegeven om de natuurlijke baai van Haifa met goede havenwerken te voorzien. Reeds zie ik de groote vangarmen boven den zeespiegel uitkomen, binnen welke in afzienbaren tijd de schepen veilig zullen ankeren.
Dag en nacht gaat het werk voort. Al de dagen, die ik later weer in Haifa heb doorgebracht, toen ik woonde in het Hotel „Hadar-ha-Carmel”, waaraan ik ook zeer aangename herinneringen bewaar, heb ik de locomotieven met de wagonslierten erachter uit de verte als speelgoed op de in aanleg zijnde pieren gezien, en heb ik er de hefkranen zien werken. En ook