94
JOODSCH PALESTINA
ontwikkelt zich wederom een nieuwe wijk, natuurlijk de rijkste en de schoonste.
Beneden is het heet. Op de helling is het koeler, maar heb ik toch de hitte ook nog wel gevoeld. Boven is het heerlijk. Men komt er gemakkelijk door middel van een geregelden en goedkoopen autobusdienst. De Carmel is nu eens niet kaal of reeds niet kaal meer. Hier ziet het al groen op de hellingen, en boven is bebossching. Daar kan zelfs, zij het ook nog immer op bescheiden wijze, van wouden gesproken worden.
Voortdurend breidt Hadar-ha-Carmel zich uit. Het kan niet zoo heel lang meer duren of de bergwanden zijn voller en voller bebouwd. Want er verrijzen regelmatig nieuwe huizen, en, te oordeelen naar hetgeen de menschen zeggen, die het weten kunnen, moet er in de laatste vijf jaren wel in een heel snel tempo zijn gebouwd.
Hier kunnen we ook spreken van de Synagoge. Want al zijn er ook in Haifa nog wel eenige particuliere bidgelegen-heden en heeft zelfs de oudste — tevens het erkende Hoofd — der Rabbijnen zijn eigen Synagoge ook nog bij zich in huis, toch is hier een poging gedaan om den openbaren eeredienst in één Synagoge te centraliseeren. En met goed gevolg. Deze Synagoge is nog in aanbouw, maar toch reeds in gebruik. Eigenlijk staat er alleen maar het onderstuk. En dat is bestemd om later als leer- en lees- en vergaderzalen te dienen. De werkelijke Synagoge komt hier bovenop en zal dan haar ingang hebben aan de hooger gelegen straat, terwijl wij nu van de lagere paralel-straat den toegang bereiken. Hier is ook een Oppervoorzanger aangesteld als ambtenaar, die de hoofddiensten leidt, en zulks op de wijze van een geoefend zanger