93
HAIFA
cadans. Ze zitten in de stof en óp het stuk, zooals het in de sport om het winnende punt gaat.
De Real-Schule van Dr. Biram met het internaat, waarin uit vele oorden der Joodsche wereld pupillen opgenomen zijn, heeft reeds vacantie. Evenzoo het Technicum. We gaan door de gebouwen en zien de inrichtingen en alles, waarvan deze instituten zijn voorzien. Het is de vraag, of er zelfs in Nederland onderwijsinrichtingen zijn, die doelmatiger zijn gebouwd, beter zijn geoutilleerd en schooner zijn van binnen en van buiten. Maar de grondslagen dezer stichtingen zijn indertijd nog met den vóór-oorlogschen Duitschen Mark gelegd en het geheel is steeds en wordt ook nu nog voornamelijk door den Dollar gesteund en onderhouden.
Maar we mogen niet vergeten ook Haifa zelf te zien. Met zijn voeten staat de Carmel in de zee. Daar beneden ligt de oude stad met haar schilderachtige, niet zoo smalle en smerige bazarstraatjes. Maar ook de nieuwe koopmanswijk, die de Joden er hebben gebracht. En eveneens het eenvoudige landelijke Bath-Galliem, dat is: dochter der golven, hetwelk in enkele jaren van een paar huizen tot een groote en bekoorlijke wijk is uitgebreid. Langs de hellingen van den Carmel plooien zich de straten en huizen-rijen van een heele stad, die niet ten onrechte den naam draagt van Hadar-ha-Carmel dat is: Carmel's luister. De hoofdstraten loopen amphi-theatersgewijze evenwijdig aan elkander. De onderste voornamelijk heeft de winkels, de hooger gelegene hebben meer de villa’s. De Carmel ziet er uit als een indrukwekkende groote stolp, evenals de Tabor, die zijn tweelingbroeder gelijkt op den halven weg van hier tot het meer van Tiberias. Bovenop