den ons ook best veilig. Hij is jonger dan ik. Hij is nu twee en dertig en ik ben drie en veertig maar het kwam toch vanzelf , weet u en hij zei altijd, dat hij na de oorlog met mij wou trouwen. Ik heb daar nooit bij gedacht, meneer, echt niet, want ik hield van hem en dat was voor mij genoeg en het ging ook best. Ook nog na de oorlog want toen is hij bij mij gebleven. Maar weet u: mijn dochter kwam natuurlijk ook wel es bij ons over huis en die nam dan soms een vriendin mee. Ik had dat wel in de gaten, dat weet ik nou. Die had een oogje op Chris, maai' ik dacht daar niks kwaads bij. En toen kwam ik eergisteren thuis en toen heb ik ze betrapt! Zij vloog de: deur uit, maar hij deed net alsof het niks bizonders was en toen ik er wat van zei, had hij een grote mond en viel tegen mij uit. Gisteravond is hij weggegaan en hij heeft niks tegen mij gezegd, maar vanmorgen was zijn bed niet beslapen en nou weet ik niet wat ik moet. Ik......
Ze frommelde wat met haar zakdoek, die ze uit haar tasje had gehaald en veegde er toen mee over de ogen. Radeloos keek ze Mattheus aan.
— Wat mot ik nou doen, meneer? Geeft u me nou een raad, ik heb niemand met wie ik erover praten kan en die jongen is alles voor mij. Alles!
Ze zat zacht te snikken en Johan had er wat voor gegeven als hij Matje had kunnen seinen: Troost haar, help haar!
Matje liet zijn hoofd zinken. Klant is klant en de komedie was prima bevonden. Toen gluurde hij naar de vrouw en bemerkte, dat ze niets zag en alleen maar in haar zakdoek te snikken zat.
— Kij moet kaan naar u huis en kij moet niet de moed opkeven, raadde hij. Ik zie: hij komt terug!
Juffrouw Moske veerde op en de opwinding kleurde haar gezicht rood.
— Komt hij terug, meneer? O, als dat waar is. Ziet
u: hij is voor mij alles en ik weet niet meer wat ik zonder hem beginnen moet! Ik......heb de hele nacht