— Kij houdt van u man, begon Matje voorzichtig en toen het vrouwtje heftig knikte, ging hij verder: — Ik weet kij hoeft niet op te keef die hoop en die moed!
— Is het waar, meneer? Kan het toch nog allemaal......?
De fakir knikte.
—• Ik zie u en hem. Ik zie u samen, maar kij moet met die voorzichtigheid werken. Kij kunt niet hebben alles in eens, kij bekrijp?
— Ik wou zo graag, dat alles weer goed werd, meneer. Weet U; die vrouw houdt hem alleen maar vast. Ze wil niet eens van haar man af. Maar die man is een sul en die merkt niets!
—■ Kij maakt u mooi voor hem maar kij maakt een fout.
— Is het waar, meneer? Wat doe ik verkeerd?
—■ Kij doet teveel. Kij moet hem niet tonen, dat
kij zo graag wilt hij bij u blijft. Kij kaat nu naar huis en kij vraagt niets als hij komt- Kij doet kewoon. Zo vriendelijk en zo meer niet. Nu kij kaat. Een kulden. Woensdag terugkomen. Dan alles beter. Als dat niet zo, dan ik u anders helpen.
De vrouw zocht in haar tasje en legde toen een gulden op tafel.
—■ Ik ben heel blij, meneer. Dank u wel.
—■ Kij kaat nu. Alles koed.
Matje boog in diepe concentratie het hoofd weer voorover. Bijna op zijn handen. Heel stil en heel voorzichtig verliet de vrouw de kamer. Met een gestamelde groet, die niet beantwoord werd.
Na een ogenblik werd er geklopt.
— Entrez, zei de fakir en Huib kwam binnen-
— Ze is enthousiast over jou, getuigde hij. Je weet letterlijk alles, zei ze en ik heb dat natuurlijk bevestigd.
— Allicht, zei Matje nonchalant. Overigens zal je van deze eerste séance wel iets geleerd hebben!