Joodse traditie als permanent leren

64

d. Kennis, kennen, kunnen, weten

Als het menselijk leren nu het pogen is om kennis te verwerven, is het duidelijk dat in elk leerproces kennis het leerdoel is. (Vgl. p. 43) Kennis wordt in deze studie dispositioneel, als 'weten', opgevat. (Vgl.

p. 46).

Onder 'weten' wordt een kunnen, gebaseerd op kennen, verstaan, zodat iemand die iets weet in staat is bepaalde dingen te doen wanneer dat nodig is, waarbij het 'in staat zijn tot' vooral een kunnen (een 'weten hoe') uitdrukt en het weten of 'het nodig is' vooral een kennen (een'weten dat'). (Vgl.

p. 48)

Door te zeggen dat iemand iets 'kan', zegt men niet dat hij op een bepaald moment bezig is iets te doen of te ondergaan, maar dat hij in staat is bepaalde dingen te doen wanneer dat nodig is. (Vgl. p. 52)

Schema (Vgl. p. 49)

Leerdoelen die onderwezen worden (onderwijsdoelstellingen)

LEERDOELEN

in het algemeen, of ze nu onderwezen worden of niet

door leerling en leraar na te streven en wenselijk geachte leereffecten bij de leerling door leerlingen na te streven en wenselijk geacht 'weten'

te formuleren (volgens A.D. de Groot)^

in termen van 'mentaal programma' of 'vaardig-te formuleren (volgens G. Ryle) in termen van 'weten hoe' en 'weten dat'

d. w. z. in termen ■van kunnen, gebaseerd op kennen.