II
j. Probleemstelling 69
k. Uitwerking van de probleemstelling in deel 1 en deel 2 69
DEEL 2 71
I. 1 Traditie 75
I. 1. 1. Joodse traditie (= Torah) 76
I. 1.2. De schriftelijke en de mondelinge Torah 77
I. 1.3. De onafgeslotenheid van de mondelinge Torah 80
I. 1.4. De wisselwerking tussen halakhah en aggadah 83
I. 1. 5. De studie van de Torah en PL (Permanent Leren) 86
1.2 Gezag 90 1.2.1. God, Mozes, degeleerden 91 I. 2. 2. De ontwikkeling van de halakhah 94
1.2.3. Epistemisch en deontisch gezag 97
1.2.4. Epistemisch gezag en de aggadah ] 00 I. 2. 5. Deontisch gezag en de halakhah 102
I. 2. 6. PL : Hermeneutiek en heuristiek 105
1.3 Stellingen 107 II. 1 Wereldbeeld 110
II. 1. 1. Afgodendienst en de strijd ertegen 111 II. 1.2. Het in stand houden van de wereld en leren 113
II. 2 Mensbeeld 116
II. 2. 1. Het menselijk vermogen om permanent te leren 117 II. 2. 2. Alle mensen lijken op elkaar, maar nooit in alle opzichten 119
II. 2. 3. Gods partner 125
II. 2. 4. De menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid 128
II. 2. 5. De twee drijfveren tot handelen 130
II. 2. 6. Het zoeken naar de waarheid en het najagen van de vrede 135
II. 3 Stellingen 139
III. 1 Leerling en leerprocedure (-methode) 141
III. 1.1. Het leren van vrouwen en meisjes 142 III. 1.2. De mens als permanente leerling 148 III. 1.3. Studieregel 1: Leer permanent 151 III. 1.4. Studieregel 2: Herhaal 153 III. 1.5. Studieregel 3: Leer individueel en collectief 156 III. 1. 6. Studieregel 4: Leer door in de praktijk te brengen 160 III. 1. 7. Studieregel 5: Plan het eigen leren 165