12
Vraag 19 Wat leert men?
Men leert de Torah. Elke generatie leert om alles wat er tot dan toe gebeurd is, te gedenken en nog eens te beleven. De chassidiem zeggen: 'Je moet teruggaan naar de oude bronnen van Abraham. De bronnen zijn er, maar je moet ze zelf uitgraven'.
Vraag 19a
Kan men op een nieuwe plaats beginnen en bij een 'oude bron' eindigen? Misschien?
Vraag 20 Hoe leert men?
Eerst leert men oppervlakkig en dan bij elke herhaling beter en dieper. Een jongen van acht jaar bestudeert een tractaat zonder de commentaren en een geleerde bestudeert hetzelfde tractaat met alle commentaren.
Vraag 21
Wanneer leert men?
Als regel geldt: Leer wanneer je de mogelijkheid hebt om te leren! Dus op 20
öhabbat, feestdagen en avonden in ieder geval en ook 's ochtends vroeg.
Vraag 22 Waar leert men?
Op elke plaats die daar geschikt voor is. Thuis is vaak even geschikt als de synagoge, die altijd ook leerhuis is.
Vraag 23
Toetst men leerresultaten?
In sommige yeshivot^* kent men examens die geregeld worden afgenomen. In andere voert het hoofd van de yeshivah nu eens met de ene, dan weer met de andere leerling een gesprek over de stof die de laatste tijd geleerd is. De belangrijkste toetsing is echter het vermogen van de leerling om door te leren.
Vraag 24
Hoe ontwikkelt en vernieuwt de traditie zich? Wie ontwikkelen en vernieuwen de traditie?