100
(5) Deontische Autorität in einem Gebiet und epistemische Autorität in einem ihm entsprechenden fallen nicht notwendig zusammen.
44
De drager ('Träger') van gezag is bij Bochenski een mens - en geen groep van mensen - die gezaghebbende proposities en/of gedragsregels communiceert of althans kan communiceren en ook bij Bochenski is het gezag van de drager gebaseerd op het gezag van de communicatie, dwz. op het gezag van de geuite proposities en/of gedragsregels. Het epistemisch gezag van een gezagsdrager is gebaseerd op de door hem geuite proposities en het deontisch gezag op de door hem geuite gedragsregels. Bochenski merkt op dat epistemisch en deontisch gezag logisch onafhankelijk van elkaar zijn, maar dat ze wel samen kunnen gaan en dat dat zelfs wenselijk is (vgl. punt 4 hierboven). Misbruik van gezag treedt op als iemand, die epistemisch maar geen deontisch gezag heeft, doet alsof hij dit laatste wel heeft: 'The classical instance of the misuse of authority ... is collective declarations by professors, usually highly competent, in certain scientific fields such as roentgenology, philosophy or biblical studies, who communicate
45
with assertion statements belonging to polities'. Het omgekeerde komt ook voor: iemand met deontisch maar geen epistemisch gezag doet, alsof hij dit laatste wel heeft en Bochenski geeft als voorbeeld:
'dass . . . ein Vorgesetzter, weil er Vorgesetzter ist, als Kenner gelten will'.46
Ook dit is misbruik van gezag. Tot zover Bochenski.
1.2.4 Epistemisch gezag en de aggadah
Het begrip 'epistemisch gezag' is niet toepasbaar op de aggadah, als tenminste 'aggadah' zo ruim opgevat wordt als in I. 1.4 gedaan is. De verklaring hiervoor is, dat de aggadah geen belangrijke proposities kent, die maar één betekenis hebben. Elke propositie komt voor in een tekst, die op verschillende manieren te interpreteren is en twee verschillende interpretaties kunnen allebei waar zijn: