94
werpen aan de meerderheid van de Torahgeleerden, zelfs al geeft God het individu gelijk. God heeft zich immers op de Sinai geopenbaard en dit wil zeggen dat hij de Torah, zowel de schriftelijke als de mondelinge, in handen van de geleerden gegeven heeft met de opdracht de Torah te interpreteren zoals Hij dat bedoeld heeft. En 'openbaring'
betekent nu juist, dat de geleerden met behulp van de Torah (die de
g
taal van de mensen spreekt ) in staat zijn te handelen naar de wil van God:
'En dan zult gij doen overeenkomstig het woord, dat zij u zullen te kennen geven ... en zult gij nauwlettend handelen naar al wat zij u zullen onderrichten. Overeenkomstig de leer, die zij u onderrichten, en overeenkomstig het recht, dat zij u zeggen, zult gij doen; gij zult van het woord, dat zij u te kennen geven, rechts noch links
9
afwijken'.
Zelfs als de geleerden zeggen dat links rechts is en rechts links, moet men naar hen luisteren^; niet omdat wat ze zeggen altijd waar is, maar omdat God dit zo wil. God wil dat de geleerden de halakhah ontwikkelen en hoewel de halakhah het werk van mensen is en daarom niet volmaakt, is ze wel bindend.
Het gezag van de halakhah berust niet op de (gedragsregels van de) halakhah zelf, maar op beredeneerde verklaringen waarmee de mensen instemmen. Deze beredeneerde verklaringen zijn niet legaal, dus aggadisch van aard. Maimonides' inleiding op zijn halakhische codex Yad is een voorbeeld van zo'n beredeneerde verklaring. Het gezag van de aggadah daarentegen berust wél op aggadah, dwz. op beredeneerde verklaringen waarmee men instemt.
1.2.2 De ontwikkeling van de halakhah
In plaats van een dogmatiek kent de joodse traditie de halakhah. De halakhah is het werk van mensen:
'The Torah was not given to the angels, but to man who possesses human intelligence . . . the Torah was given to be determined by human intelligence, even if human intelligence errs . . . and the truth is determined by the agreement of